GRONINGEN SCHEEWBOUW COMBINATIE WATERHUIZEN 7F (HAL 4) 960dPA WATERHUIZEN. Vergunningaanvraag. Wet milieubeheer - PDF Free Download (2024)

f>#???<^ provincie hSSmim^^ groningen

lng.d.d,:

3 - NOV 2000

Corr.nr.: Afd.:

Zaaknr,;

TTT

GRONINGEN SCHEEWBOUW COMBINATIE WATERHUIZEN 7F (HAL 4) 960dPA WATERHUIZEN

Vergunningaanvraag Wet milieubeheer Beschrijving behorende bij de aanvraag van een oprichtingsvergunning ingevolge de Wet milieubeheer betreffende de totale inrichting van Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V., Waterhuizen 7F (Hal 4) Greendeck, Waterhuizen 7B/7C (Hal 1) beiden te Waterhuizen

GREENDECK I STSËiPARTS jsAPITYPi^AMS (CONSULfANCY

' ^ ^

INHOUD SAMENVATTING (niet technisch) AANVRAAGFORMULIER VERGUNNING WET MILIEUBEHEER BESCHRIJVING VAN DE INRICHTING LUCHTFOTO / TEKENINGEN / FIGUREN 1 2 3 4 5 6 7 8 9

Luchtfoto Waterhuizen Uittreksel uit de kadastrale kaart Deel van de bestemmingsplankaart 'Bedrijventerreinen Hoogezand-West 2006' Globale begrenzing van de inrichting te Waterhuizen Plattegrond bedrijfscomplex Waterhuizen 7 Overzicht opslag gasflessen en afval Ontruimingsplattegrond en veiligheidsinstructies Opstelling tankinstallatie Overzicht bedrijfsterrein Waterhuizen met diverse leidingen en kabels

BIJLAGEN I

Organogram ondememings- en organisatiestructuur

II

Huurovereenkomst

III

Akoestisch onderzoek Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. te Waterhuizen

IV

Nulsituatie Bodemonderzoek Waterhuizen 5 te Waterhuizen

V

Onderzoek luchtkwaliteit Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. te Waterhuizen

VI

Hellingvloerdiscipline

Opgesteld door: WNP raadgevende ingenieurs Postbus 8069 9702 KB GRONINGEN 30 oktober 2009 6091190/HW

SAMENVATTING (niet-technisch) Groningen Scheepbouw Combinatie B.V. te Waterhuizen (gemeente HoogezandSappemeer) betreft een nieuwe inrichting voor de bouw van schepen met een langs de waterlijn te meten lengte van 25 m of meer. Daarnaast kan sectiebouw, scheepsreparatie, consultancy en (algemene) staalbouw plaatsvinden. De inrichting wordt gerealiseerd in een deel van de bedrijfspanden van de vroegere scheepswerf Pattje Shipyards gelegen aan de Waterhuizen 7F (Hal 4) te Waterhuizen. Het terrein van de inrichting is kadastraal bekend: Hoogezand, sectie M, nummer 26 (ged.). Nu er sprake is van een technische, functionele of organisatorische samenhang maakt ook de bestaande inrichting van Greendeck, gelegen aan de Waterhuizen 7B/7C (Hal 1) te Waterhuizen, deel uit van de aanvraag om vergunning. De nieuw opgerichte inrichting verwacht per jaar drie tot vier schepen te bouwen. De werkzaamheden kunnen gedurende alle werkdagen plaatsvinden in de uren gelegen tussen 07.00 uur en 19.00 uur (de inrichting kan geopend zijn vanaf 06.00 uur tot 20.00 uur). Indien door omstandigheden tijdsdruk ontstaat kunnen incidenteel (niet vaker dan 12 keer per jaar) werkzaamheden plaatsvinden aansluitend op (= avondperiode na 19.00 uur), of voorafgaand aan (= nachtperiode vóór 07.00 uur), deze werktijden. Een globale omschrijving van het productieproces is gegeven tezamen met een overzicht van de voor de processen benodigde grondstoffen, hulpstoffen en overige stoffen. De nadelige gevolgen voor het milieu die de inrichting kan veroorzaken is tezamen met de wijze van energievoorziening en de toe te passen technieken en installaties in de aanvraag vermeld. Daarbij is onderscheid gemaakt in emissies naar lucht, bodem, water en geluid. Ter voorkoming en beperking van het ontstaan van afvalstoffen zijn maatregelen en voorzieningen aangegeven tezamen met de nuttige toepassing van de afvalstoffen die binnen de inrichting kunnen ontstaan. Er zijn geen voor de aanvrager redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen met betrekking tot de inrichting die voor de beslissing van de aanvraag van overig belang zou kunnen zijn.

Aanvraagformulier vergunning Wet milieubeheer

AANVRAAGFORMULIER VERGUNNING WET MILIEUBEHEER Aan Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen, p/a Dienst Ruimte en Milieu, Bureau Milieuvergunningen, Postbus 610, 9700 AP GRONINGEN

1 ALGEMENE GEGEVENS 1.1 G e g e v e n s i n r i c h t i n g Naam / aanduiding inricl*ting Adres i n r i c h t i n g Naam en t e l e f o o n n u m m e r contactpersoon inrichting Kadastrale gegevens

Aard inrichting

Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. (+ Greendeck) Waterhuizen 7F 9609 PA WATERHUIZEN De heer B. Adenna

050 - 311 11 99 (06 - 42 08 67 95) Gemeente: Sectie: Perceel:

HOOGEZAND M 26(ged.)

Inrichting voor scheepsbouw, scheepsreparatie, consultancy en staalbouw. Zie verder de beschrijving welke bij de aanvraag is gevoegd.

Categorie(en) inrichting (Ivb)

1 3 , l . a . 3 ° , 13.3.b en 12.1

IPPC-categorie inrichting

n.V.t.

SBI-codes

281 en 351

1.2 A l g e m e n e i n f o r m a t i e a a n v r a g e r Naam a a n v r a g e r

B. Adenna

Adres a a n v r a g e r

Waterhuizen 7F 9609 PA WATERHUIZEN

Naam contactpersoon aanvrager Postadres aanvrager

B. Adema Waterhuizen 7F 9609 PA WATERHUIZEN

Telefoonnummer aanvrager Faxnummer aanvrager

050 - 311 11 99 (06 - 42 08 67 95) 050 - 313 11 12

E-mailadres aanvrager

[emailprotected]

1.3 Gegevens g e w e n s t e v e r g u n n i n g

Gewenste vergunning

oprichtingsvergunning Wet milieubeheer

Gewenste tijdsduur vergunning

onbepaald

R e d e n v a n de a a n v r a a g c . q . omschrijving beoogde verandering v a n de i n r i c h t i n g

oprichting bedrijfsactiviteiten

1.4 V e r g u n n i n g e n s i t u a t i e Oprichtings- of laatste R e v i s i e v e r g u n n i n g d.d

n.V.t. (zie toelichting)

Veranderings- of deelrevisievergunning d.d.

n.V.t.

Melding(en)

n.V.t.

1.5 E x t e r n v e i l i g h e i d s r a p p o r t Dient een e x t e r n veiligheidsrapport te w o r d e n opgesteld? nee 1.6 M i l i e u - e f f e c t r a p p o r t ( M e r )

D i e n t e e n Mer t e w o r d e n o p g e s t e l d of een M e r - b e o o r d e l i n g t e w o r d e n u i t g e voerd? nee 1.7 M i ' i e u b e s c h e r m i p g s g e b i e d

I s de i n r i c h t i n g g e l e g e n i n o f n a b i j een m i l i e u b e s c h e r m i n g s g e b i e d ? nee

1.8 Coördinatie Dienen ook de volgende vergunningen te worden aangevraagd? Vergunning Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo)

: nee

Bouwvergunning in het kader van de Woningwet

: nee

Ontheffing Flora- en faunawet

: nee

Grondwatervergunning

: nee

Ontgrondingvergunning

: nee

Aanlegvergunning

: nee

Uitwegvergunning

: nee

Welke van bovengenoemde vergunningen of ontheffingen zijn reeds in het verleden aangevraagd en verleend? n.V.t.

Datum: 30 oktober 2009

Handtekening (namens) aanvrager:

Naam in blokletters: B. Adema

Beschrijving van de inrichting

Beschrijving van de inrichting Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V.

30 oktober 2009 Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V., Waterhuizen 7F, 9609 PA te Waterhuizen

Beschrijving inrichting

INHOUD

BLAD

1.

INLEIDING

4

2.

GEGEVENS INRICHTING 2.1. Aard inrichting 2.2. Organogram 2.3. Bedrijvencomplex 2.4. Gezoneerd industrieterrein 2.5. Categorie(en) inrichting (Ivb) 2.6. IPPC-categorie inrichting 2.7. SBI-codes 2.8. Activiteitenbesluit 2.9. Vergunningensituatie 2.10. Wvo-vergunning

4 4 4 5 5 6 6 6 7 7 8

3.

BEDRUFSBESCHRUVING EN PROCESSEN 3.1. Capaciteiten en bedrijfstijden 3.2. Bedrijfsgebouwen 3.3. Globaal productieproces 3.4. Kade

8 8 9 9 11

4.

AFVALSTOFFEN 4.1. Afval uit productieproces 4.2. Preventie 4.3. Overzicht

11 11 11 12

5.1. Watergebruik 5.2. Terreinriolering 5.3. Overzicht

12 12 13 13

LUCHT 6.1. Luchtkwaliteit 6.2. Emissies voertuigen en/of machines 6.3. Verwarming 6.4. Emissies lasdampen 6.5. Stof 6.6. Geur 6.7. Invloed op de omgeving

14 14 14 14 14 15 16 17

GELUID EN TRILLINGEN 7.1. Geluid 7.2. Trillingen

17 17 18

7.

Beschrijving inrichting 8.

BODEM 8.1. Opslag 8.2. Bodemonderzoeken 8.3. Bodemrisicoanalyse

18 18 19 20

9.

(EXTERNE) VEILIGHEID 9.1. Regelgeving veiligheid 9.2. Opslag gassen in drukhouders 9.3. Brandpreventie 9.4. Risico's en abnormale bedrijfsomstandigheden

22 22 22 22 23

10.

ENERGIE 10.1. Energieverbruik 10.2. Meerjarenafspraak 10.3. Convenant Benchmarking

23 23 23 24

11.

GROND- EN HULPSTOFFEN 11.1. Aanvoer en opslag van staalplaten 11.2. Aanvoer en opslag van gasflessen en gas 11.3. Aanvoer en opslag van verf- en verfproducten

24 24 24 24

12.

VERKEER EN VERVOER 12.1. Bedrijfsverharding 12.2. Rijroutes en parkeervoorzieningen 12.3. Intern transport

25 25 25 25

13.

TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN

25

14.

OVERIGE VOORZIENINGEN OF HINDER 14.1. Bewaking 14.2. Hinder

26 26 26

Beschrijving inrichting

INLEIDING De heer B. Adema vraagt in het kader van de Wet milieubeheer een oprichtingsvergunning aan voor Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. De inrichting wordt gerealiseerd in een deel van de bedrijfspanden van de vroegere scheepswerf Pattj e Shipyards gelegen aan de Waterhuizen 7F (Hal 4) te Waterhuizen in de gemeente Hoogezand-Sappemeer. De bestaande bedrijfsactiviteiten van Greendeck^ aan de Waterhuizen 7B/7C (Hal 1) maken ook deel uit van de aanvraag om vergunning. Deze inrichting voor 'steelparts, safety plans en consultancy' valt thans nog onder de werkingsfeer van het 'Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer' met burgemeester en wethouders als bevoegd gezag. Tussen beide inrichtingen is er sprake van een technische, functionele of organisatorische samenhang zodat gesproken kan worden van één inrichting. De luchtfoto in figuur 1 geeft een overzicht van de ligging van de inrichting ten opzichte van de omgeving. Ter toelichting op het 'Aanvraagformulier vergunning Wet milieubeheer' geeft voorliggend document een nadere beschrijving van de inrichting. Doel is voldoende informatie aan te leveren voor een ontvankelijke vergunningaanvraag.

2.

GEGEVENS INRICHTING

2.L

Aard inrichting Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. (ofwel afgekort: GSC) aan de Waterhuizen 7F (Hal 4) betreft in hoofdzaak een inrichting voor de bouw van schepen met een langs de waterlijn te meten lengte van 25 m of meer. Daarnaast kan scheepsreparatie, consultancy en (algemene) staalbouw plaatsvinden. Greendeck aan de Waterhuizen 7B/7C (Hal 1) betreft een inrichting voor in hoofdzaak sectiebouw, (algemene) staalbouw (steelparts), safety plans en consultancy.

2.2.

Organogram Bijlage I geeft een organogram van de ondememings- en organisatiestructuur van beide inrichtingen te Waterhuizen. De heer B. Adema is zowel algemeen directeur van Greendeck als vennoot/bestuurslid van Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. Bij Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. werken circa 45 man en bij Greendeck circa 15 man. Hier bedoeld de inrichting van Greendeck Safetyplans, Barkmolenstraat 235, 9723 DG te Groningen.

Beschrijving inrichting

2.3.

Bedrijvencomplex Het bedrijvencomplex te Waterhuizen is eigendom van TCN SIG Real Estate B.V. (ofwel TCN Groningen) te Groningen. Een kopie van de huurovereenkomst van Waterhuizen 7F (Hal 4) in de zin van artikel 7:230a BW is gegeven in Bijlage II. Het gehuurde is kadastraal bekend: gemeente Hoogezand, sectie M, nummer 26(ged.)'^. Figuur 2 geeft een uittreksel uit de kadastrale kaart bijgewerkt tot 1 oktober 2008. De inrichting van Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. wordt gerealiseerd op een gedeelte van het bedrijvencomplex te Waterhuizen bestaande uit Hal 4 met een gedeelte van de kade. De bedrijfshal heeft een bmto vloeroppervlakte (b.v.o.) ter grootte van circa 1.440 m'^. Ook de vrijstaande opslagloods aan de zuidoostzijde van het bedrijfsterrein met adres Waterhuizen 7G behoort tot de inrichting.

i

De bestaande inrichting van Greendeck is in hoofdzaak gevestigd in Hal 1 met een gedeelte van de kade. De bedrijfshal, verdeeld over Waterhuizen 7B en 7C, heeft een bruto vloeroppervlakte ter grootte van circa 130 + 440 = 570 m^. Het totale gedeelte van de kade (deel aan de zijde van het Oude Winschoterdiep) van de inrichting heeft een productieoppervlak circa 6.500 m^. Daarnaast is er, conform de huurovereenkomst, sprake van gemeenschappelijke terreindelen (recht van overpad). De overige bedrijfsruimten zijn in gebmik bij derden. Het betreft onder andere B.W. Generatortechniek B.V. (Waterhuizen 7E), Envica B.V. (Waterhuizen 7F) en Maagd Industrial Engineering B.V. (Waterhuizen 7F)^. Figuur 4 geeft een overzicht van het totale bedrijfsterrein van Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. (inclusief Greendeck) met een globale begrenzing van de inrichting. 2.4.

Gezoneerd industrieterrein De inrichting is of wordt gerealiseerd op het gezoneerde industrieterrein 'Hoogezand Waterhuizen' in de gemeente Hoogezand-Sappemeer. De meest nabijgelegen woningen buiten het industrieterrein zijn gesitueerd aan de overzijde van het Oude Winschoterdiep langs Rijksweg West. De kortste afstand van de inrichDe kadastrale nummering, genoemd in de huurovereenkomst, is onjuist voor zover het de nummers 27, 42 en 283 betreft. De adressering van deze bedrijven van derden te Waterhuizen komt overeen met hetgeen waaronder deze geregistreerd staan. Uit bijgevoegde figuur 3 (= deel bestemmingsplankaart) kan herleid worden dat het adres Waterhuizen 7F uitsluitend betrekking kan hebben op Hal 4 die thans gehuurd wordt door Groningen Scheepswerf Combinatie B.V. Nu er sprake is van gemeenschappelijke terreindeien is een juridische scheiding van het inrichtingsterrein niet mogelijk. Zo kan de inrichting gebruik maken van de hoofdingang tot het bedrijfsterrein met de hier aanwezige parkeerplaatsen terwijl derden weer gebruik kunnen maken van de kade en/of overige terreindelen.

Beschrijving inrichting ting tot deze woningen in noordoostelijke richting bedraagt circa 60 m. In zuidwestelijke richting bevindt zich de brugwachterswoning Waterhuizen 3 buiten het industrieterrein op een kortste afstand van circa 140 m. De bestaande bedrijfswoningen (Waterhuizen 5, 5A, 7A en 10), gelegen op het gezoneerde industrieterrein, zijn verder buiten beschouwing gelaten. Andere geluidgevoelige bestemmingen, als bedoeld in het 'Besluit geluidhinder' (Bgh, 2006), zijn in de directe omgeving van de inrichting niet aanwezig. Waarbij wordt opgemerkt dat een hotel geen geluidgevoelige bestemming betreft. 2.5.

e

Categorie(en) inrichting (Ivb) De aanwijzing van categorieën van inrichtingen in het kader van de Wet milieubeheer is gegeven in bijlage I van het 'Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer' (Ivb). Voor het bouwen, onderhouden, repareren of het behandelen van de oppervlakte van metalen schepen met een langs de waterlijn te meten lengte van 25 m of meer is de inrichting op basis van categorie 13.3.b vergunningplichtig in het kader van de Wet milieubeheer. Verder zijn tevens categorie 12.1 (verwerken metalen voorwerpen) en categorie 13.1.a.3° (vervaardigen vaartuigen) van toepassing. Voor de gehele inrichting zijn gedeputeerde staten aangewezen als bevoegd gezag.

2.6.

IPPC-categorie inrichting De inrichting van Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. valt niet onder de Richtlijn 96/61/EG (de 'IPPC-richtlijn'). Daarmee behoort de inrichting niet tot de categorie van bedrijven met gpbv-installaties (geïntegreerde preventie en bestrijding bij vervuilende installaties).

2.7.

SBI-codes Bedrijven en milieuzonering SBI-codes hebben betrekking op de standaard bedrijfsindeling volgens een systematische hiërarchische indeling van economische activiteiten van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze codes worden tevens als hulpmiddel gebruikt bij ruimtelijke planvorming. De meest actuele publicatie 'Bedrijven en milieuzonering' van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (16 april 2007) geeft een handreiking voor maatwerk in de gemeentelijke ruimtelijke ordeningspraktijk. Voor scheepsbouw- en reparatiebedrijven van metalen schepen > 25 m (SBI-code 351) geldt milieucategorie 5.1 met een grootste milieuafstand van 500 m voor geluid. Voor de

Beschrijving inrichting (algemene) staalbouw (SBI-code 281) geldt milieucategorie 4.2 met een grootste miheuafstand van 300 m. vigerend bestemmingsplan Voor het terrein van de inrichting te Waterhuizen geldt het 'Bestemmingsplan HoogezandWest 2006' dat is vastgesteld door de gemeenteraad op 11-11-2008. De bestemming van de gronden te Waterhuizen is bedrijfsdoeleinden (aangeduid met B) met milieuzone VI. In milieuzone VI zijn bedrijven toelaatbaar tot ten hoogste milieucategorie 5 als omschreven in de 'Staat van Bedrijfsactiviteiten' genoemd in bijlage 1 van het bestemmingsplan bij de voorschriften. Figuur 3 geeft een deel van de bestemmingsplankaart met bestemming en milieuzone. ^r

Het beoogde gebruik van de inrichting ten behoeve van de bouw van schepen met een langs de waterlijn te meten lengte van 25 m of meer behorende tot milieucategorie 5.1 is niet in strijd met dit bestemmingsplan. 2.8.

Activiteitenbesluit Op 1 januari 2008 is het 'Besluit algemene regels voor imichtingen milieubeheer' ('Activiteitenbesluit') in werking getreden (Staatsblad 2007, 415). Dit geldt ook voor de bijbehorende ministeriële 'Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer' (de 'Regehng'). Dit Activiteitenbesluit en de bijbehorende Regeling bevatten algemene regels voor een aantal specifieke activiteiten en installaties. Type A- en B-inrichtingen vallen geheel onder de algemene regels en hebben geen vergunning (meer) nodig. Voor type Cinrichtingen blijft de vergunningplicht bestaan. Op basis van artikel 8.1 van de Wet milieubeheer, in samenhang met artikel 1.5 van het Activiteitenbesluit, betreft Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. een type Cinrichting. Dit betekent dat het bedrijf vergunningplichtig is en dat bepaalde onderdelen van het Activiteitenbesluit en de bijbehorende Ministeriële regeling rechtstreeks van toepassing zijn.

flp

2.9.

Vergunningensituatie De voorheen op dit kavel rustende vergunningen in het kader van de Wet milieubeheer van de inrichtingen Pattje Shipyards dan wel Blikrecycling Nederland B.V. zijn ingetrokken. Voor de bedrijfsactiviteiten van Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. tezamen met dat van Greendeck wordt overeenkomstig een oprichtingsvergunning^ aangevraagd.

De praktijk maakt gebruik van de begrippen oprichtings-, uitbreidings, veranderings- en revisievergunning. Deze begrippen staan niet in de Wet milieubeheer.

Beschrijving imichting In de opstartfase^ van de nieuwe inrichting, waarbij de lengte van de te onderscheiden scheepsbouwsecties nog onder bovenvermelde grenswaarde van 25 m blijft, maakt de aanvrager dan gebmik van het 'Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer' (het 'Activiteitenbesluit'). Een melding hiertoe is bij burgemeester en wethouders van Hoogezand-Sappemeer ingediend op 17 september 2009. Verwacht wordt dat de eerste scheepssecties medio november 2009 zullen worden gekoppeld waarmee de grenswaarde van 25 m wordt overschreden. 2.10.

Wvo-vergunning Het lozen van hemelwater, niet afkomstig van een bodembeschermende voorziening, valt onder het 'Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer' (zie boven). Voorliggende verguimingaanvraag kan in deze dan ook worden aangemerkt als melding in het kader van het Activiteitenbesluit. Hoofdstuk 5 geeft een nadere beschrijving van de binnen de inrichting optredende afvalwaterstromen. Het aanvragen van een nieuwe vergunning in het kader van de 'Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo)' is niet nodig.

3.

BEDRUFSBESCHRUVING EN PROCESSEN

3.1.

Capaciteiten en bedrijfstijden De totale inrichting te Waterhuizen heeft een omvang van circa 45 + 15 = 60 personen. Per jaar kunnen naar verwachting drie tot vier schepen worden gebouwd met globale afmetingen van L X B X H = 86 X 9,5 X 4 m. Het betreft dubbelwandige schepen bedoeld voor de binnenvaart. Afhankelijk van de vraag uit de markt kunnen daamaast ook schepen met andere afmetingen, scheepsonderdelen en/of staalconstmcties worden gebouwd. De werkzaamheden kunnen gedurende alle werkdagen (maandag tot en met zaterdag) plaatsvinden in de uren tussen 07.00 uur en 19.00 uur (de inrichting kan geopend zijn vanaf 06.00 uur tot 20.00 uur). Indien door omstandigheden tijdsdmk ontstaat kunnen incidenteel (niet vaker dan 12 keer per jaar) werkzaamheden plaatsvinden aansluitend op (= avondperiode na 19.00 uur), of voorafgaand aan (= nachtperiode vóór 07.00 uur), deze werktijden.

6

Hier bedoeld de periode die valt tussen de start van de bedrijfsactiviteiten van deze nieuwe scheepswerf (medio september 2009) en het afgeven van een voorlopige beschikking door het bevoegd gezag vooruitlopend op de inwerkingtreding van de aangevraagde oprichtingsvergunning.

Beschrijving inrichting

3.2.

Bedrijfsgebouwen Figuur 5 geeft een plattegrond van het bedrijfscomplex te Waterhuizen met de ligging van Hal 4 en Hal 1 ten opzichte van de overige bedrijfspanden van derden. Hal 4 heeft een hoogte van circa 15 m en is voorzien van vier bovenloopkranen ( 2 x 5 ton en 2 x 10 ton) met een hijshoogte van 12 m. Hal 1 heeft een hoogte van circa 12 m. Aan de zijde van de woningen van derden gelegen langs Rijksweg-West zijn in de gevel van Hal 4 een tweetal grote gaten aanwezig in de bestaande polyester gevelbeplating. Door de aanvrager tezamen met TCN Groningen zal deze gevel op korte termijn worden hersteld. Voor was- en kleedmimten, toiletten en kantine wordt gezamenlijk gebmik gemaakt van de bestaande faciliteiten van het bedrijfscomplex. De plaats van deze voorzieningen is aangegeven op figuur 5. Aanvrager is voomemens om aan de zuidwestzijde van Hal 4 nog een toiletgroep annex wasmimte bij te plaatsen'. Als bedrijfskantoor wordt tijdelijk gebmik gemaakt van een als zodanig ingerichte container aan de noordzijde van het bedrijfsterrein. Zodra er in het bestaande kantoorgebouw mimte vrijkomt zal het bedrij fskantoor hiernaartoe worden verplaatst. De vrijstaande opslagloods aan de zuidoostzijde van het bedrijfsterrein wordt beperkt gebraikt voor de opslag van bijzondere staalplaten.

3.3.

Globaal productieproces grondstoffen Voor een nieuw te bouwen schip of staalconstmctie woorden staalplaten vanuit het platenpark naar de bedrijfshal vervoerd. Deze staalplaten worden voor een belangrijk deel in de juiste vorm en maat met vrachtwagens aangeleverd door derden. Via een specifieke codering en nummering is bekend welk onderdeel waar moet worden toegepast. Het platenpark ter hoogte van Hal 4 is ingericht aan de zijde van het Winschoterdiep. Voor Hal 1 worden de staalplaten ofwel inpandig opgeslagen ofwel liggen deze op de kade ter hoogte van het (tijdelijke) kantoor. Aanvoer van grondstoffen en/of onderdelen over water is in voorliggende aanvraag om milieuvergunning vooralsnog niet voorzien. Wel kan op termijn blijken dat secties over het water moeten worden vervoerd van en naar nabijgelegen werven van derden (bijvoorbeeld naar Groningen Shipyards B.V. te Waterhuizen 8). Het betreft incidenteel plaatsvindende activiteiten waartoe de aanvrager de mogelijkheden hiertoe open wil laten.

De aanvraag om een bouvwergunning hiertoe heeft geen directe relatie met voorliggende vergunningaanvraag en is overeenkomstig verder bulten beschouwing gelaten.

1o

B eschrij ving inrichting

intern transport Bij het lossen van de vrachtwagens en het vervoer van het platenpark naar de bedrijfshal wordt in hoofdzaak gebruik gemaakt van de eigen vorkheftmck. Slechts incidenteel wordt gebruik gemaakt van een mobiele kraan van derden. Inpandig kan gebruik worden gemaakt van de aanwezige bovenloopkranen. De secties staan tijdens de constmctie op stalen poten. Middels een speciale vrachtwagen (ingehuurd van derden), voorzien van een hefinrichting, worden de secties naar de dwarshelling langs het Oude Winschoterdiep vervoerd voor verdere assemblage. sectiebouw In de scheepsbouwhal vindt submontage (bouw van kleinere secties) plaats (afhankelijk van de grootte en/of opdracht uit te voeren in Hal 4 of Hal 1). Vervolgens vindt sectiebouw plaats waarbij de platen en submontages worden samengevoegd (lassen, slijpen e.d.) tot constmcties. Voor circa 90% wordt daarbij gebmik gemaakt van MIG/MAG lassen (Metal Inert Gas en Metal Active Gas). De laswerkzaamheden vinden in hoofdzaak plaats binnen de bedrijfsgebouwen. Op het buitenterrein dan wel op de helling kunnen laswerkzaamheden plaatsvinden wanneer de secties aan elkaar worden gebouwd. Het lassen van roestvaststaai vindt beperkt plaats (bijvoorbeeld bij de sledes bedoeld voor de tewaterlating). Behalve voor het eigen gebruik door de schilder (zie hieronder) wordt binnen de inrichting geen gebmik gemaakt van perslucht. De bij de slijpwerkzaamheden gebruikte slijptollen en overig handgereedschap zijn elektrisch aangedreven. Voor het heffen van kleine lasten kan gebmik worden gemaakt van een hydraulische hefwerktuig met handbediening. coating Voordat de secties vanuit de bedrijfshal naar buiten worden gereden worden deze inpandig reeds voorzien van een roestwerende coating dan wel bodycoat. Daarbij vinden spuitwerkzaamheden plaats waarbij gebmik gemaakt wordt van een compressor. De verfwerkzaamheden worden uitgevoerd door een Duitse onderaannemer. Dit schildersbedrijf gebmikt zijn eigen apparatuur. Op het terrein heeft hij de beschikking over een eigen afsluitbare container voor de opslag van de bij deze werkzaamheden te gebruiken grond- en hulpstoffen (zie figuur 5). Nadat de secties op de helling aan elkaar zijn gelast worden deze voorzien van de definitieve topcoating. Wanneer, in geval van een schip, de romp gereed is en de bovenbouw is aangebracht wordt het schip te water gelaten en aan de afbouwkade afgemeerd voor verdere afwerking.

11

Beschrijving inrichting

onderaannemers Specifieke scheepsonderdelen, zoals motoren, schroeven, lieren, dekluiken en dergelijke, worden aangeleverd door derden. Bij het plaatsen/monteren van deze onderdelen, alsmede bij het verder afwerken en/of installatiewerkzaamheden, kan gebmik worden gemaakt van hiertoe gespecialiseerde onderaannemers. overig Tevens kunnen binnen de inrichting scheepsreparaties worden uitgevoerd bestaande uit diverse handelingen en/of werkzaamheden. De te repareren schepen zullen daartoe in hoofdzaak worden afgemeerd langs de kade. Stralen, hogedmk waterwassen en polyesterverwerking vindt binnen de inrichting niet plaats. 3.4.

Kade Aan de zijde van het Oude Winschoterdiep bevindt zich de dwarshelling met de afbouwdan wel afineerkade. De voorheen hier aanwezige kraanbaan is verwijderd. Het betreft een in beton uitgevoerde gesloten kade, oorspronkelijk bedoeld voor de bouw van grote zeeschepen, met trapsgewijze hoogteniveaus. Bij de verplaatsing van secties en/of onderdelen wordt gebmik gemaakt van voornoemde vrachtwagen. Voor de opslag, sectiebouw, afbouw en/of reparatie van schepen kan de inrichting, waar nodig, beschikken over de gehele kadelengte.

#

4.

AFVALSTOFFEN

4.1.

Afval uit productieproces Het vrijkomende afval uit het productieproces bestaat met name uit staalresten, verpakkingsmateriaal (papier, karton, hout), lasdraad en dergelijke. De hoeveelheid afvalstoffen wordt zo klein mogelijk gehouden door instmcties aan het personeel (planning).

4.2.

Preventie De binnen de inrichting vrijkomende afvalstoffen worden gescheiden ingezameld en vervolgens afgevoerd overeenkomstig de richtlijnen van de Wet milieubeheer.

12

4.3.

Beschrijving inrichting

Overzicht Onderstaand is een overzicht gegeven van afvalstoffen die binnen de inrichting kunnen vrijkomen. Per specifieke afvalstof wordt de wijze van inzameling/opslag, alsmede het daarbij behorende milieuaspect beschreven. Figuur 6 geeft een overzicht van de opslag van nieuwe en gebmikte gasflessen (aan de zijde van het Winschoterdiep) en van de aanwezige afvalbakken of containers nabij Hal 4. Tabel 1 Vrijkomende afvalstoffen

I

omschrijving afvalstof

inzameling/opslag

milieuaspect

staalresten (ferro/non-ferro) lasslakken/lasdraadresten papier/karton hout hout (pellets) plastics/lcunststoffen/rollen huishoudelijk afval/veegvuil lege verfblikken (schraapschoon) restanten isolatiemateriaal

staal afvalbak op terrein 2,4x6 m staal afvalbak op terrein 2,4x6 m papiercontainer 500 1 hout afvalbak op terrein 2,4x3 m opslag terrein opslag onder overkapping afvalcontainer 500 1 staal afvalbak op terrein 2,4x6 m (niet gestapeld) afvalcontainer 500 1

afvoer als schroot/oud ijzer afvoer als schroot/oud ijzer afvoer als papier/karton afvoer als hout retour emballage afvoer ter recycUng afvoer gemengd bedrijfsafval afvoer als schroot/oud ijzer afvoer gemengd bedrijfsafval

De te verwachten hoeveelheid af te voeren afvalstoffen per jaar is gerelateerd aan de daadwerkelijke productie van een aantal schepen en verder niet in de tabel opgenomen. 4.4.

Gevaarlijke afvalstoffen Gevaarlijke afvalstoffen zoals batterijen, toners/cartridges, TL-buizen, spaarlampen, olie/smeermiddelen, verfresten, verdunners e.d. komen bij deze scheepswerf in beperkte mate vrij. In voorkomende gevallen zal dit apart van de overige afvalstoffen worden ingezameld en op milieuhygiënisch verantwoorde wijze worden afgevoerd. Ook niet schraapschone lege verfblikken, rollers, kwasten en dergelijke worden op vergelijkbare wijze afgevoerd.

5.

AFVALWATER

5.1.

Watergebruik Het watergebruik van de scheepswerf is nagenoeg uitsluitend beperkt tot het gezamenlijk gebmik van de wasruimten, toiletten, kantine en voor schoonmaakwerkzaamheden. Daarbij wordt gebruik gemaakt van bestaande faciliteiten. Als aangegeven in hoofdstuk 3.2 is aanvrager voomemens nog een toiletgroep annex wasmimte bij te plaatsen.

16

Beschrijving inrichting

den inpandig plaatsvinden wordt dit stof afgezogen via bovenvermeld ventilatiesysteem of verwaait dit via de geopende deuren. Teneinde eventuele stofvorming op het buitenterrein tijdens droge perioden te beperken kan een veegzuigwagen worden ingezet om het terrein zoveel mogelijk stofvrij te houden. Met deze maatregelen en voorzieningen blijft visueel waarneembare stofhinder nog slechts in beperkte mate mogelijk. De totale invloed op de luchtkwaliteit in de omgeving is aangegeven in voornoemd rapport. 6.6.

Geur Scheepswerven leveren praktisch bezien een geringe bijdrage aan geuremissies die kunnen leiden tot geurhinder. De nieuw te bouwen schepen, of onderdelen daarvan, kunnen voor de staalbescherming worden voorzien van protective coatings bestaande uit roestwerende primers, bodycoats (ter bescherming) en topcoats (ter verfraaiing). Vanwege de grote diversiteit in situaties en toepassingen waarvoor deze staalbescherming nodig is, bestaat er een groot scala aan verfproducten. Vrijwel al deze producten bevatten vluchtige organische stoffen (VOS), dan wel oplosmiddelen en zijn daarmee potentiële geurbronnen voor de omgeving. De reductie van de emissie van vluchtige organische stoffen is vastgelegd in de Nederlandse emissie Richtlijn lucht (NeR). Daarbij is de stand der techniek het uitgangspunt voor het vaststellen van de emissie-eisen en de daarbij behorende technieken die in de NeR zijn opgenomen. Het verbmik van ver:QDroducten op jaarbasis is voor de nieuw op te richten scheepswerf nog niet bekend. Verwacht wordt dat het totale verbmik per schip onder de 2.000 liter zal blijven. Met de bouw van ten hoogste vier schepen per jaar bedraagt het jaarverbmik daarmee niet meer dan 8.000 liter. Nu het VOS-gehalte als referentiewaarde ten hoogste 0,4 kg/l coating bevat, bedraagt de totaal te verwachten VOS-emissie daarmee ten hoogste: 0,4 kg/l x 8.000 1 = 320 kg VOS. Dit te verwachten oplosmiddelverbmik is beduidend kleiner dan de grenswaarde van 5.000 kg per jaar zodat het 'Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOSrichtlijn milieubeheer' voor deze scheepswerf niet van toepassing is. De staalconserveringsactiviteiten van Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. vallen daarmee uitsluitend onder de VOS-reductiemaatregelen zoals aangegeven in §3.4 van bovenvermelde Nederlandse emissie Richtlijn lucht (NeR). Ter beperking van het gebmik van vluchtige organische stoffen (VOS) zal zoveel mogelijk gebmik worden gemaakt van moderne watergedragen verfsystemen zoals high-solid producten (coatings met een hoger gehalte aan vaste stof en dus minder oplosmiddel), solvent-free (coatings met nauwelijks oplosmiddelen) of poedercoatings. Met de beperking van het gebmik van oplosmiddelen wordt ook de geuremissie naar de omgeving beperkt.

17

Beschrijving inrichting

Waar het staalconservering betreft wordt bij Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. verder aangesloten bij het principe 'good housekeeping'. Dit betekent dat zorgvuldig en spaarzaam wordt omgegaan met oplosmiddelhoudende producten en dat alle ingekochte en verwerkte verfproducten^ per jaar worden bijgehouden in een 'Oplosmiddelenboekhouding'. Voor verfwerkzaamheden, waarbij verf met een nevelspuit wordt opgebracht, wordt gebmik gemaakt van moderne geavanceerde spuittechnieken zodat mogelijke overspray primair wordt beperkt. Daarbij wordt gewerkt met lage spuitdmkken (< 3 bar) en wordt de afstand tussen de spuitnozzle en het te verven object zo optimaal mogelijk gekozen onder de kleinst mogelijke spuithoek. Voorzover deze conserveringswerkzaamheden plaatsvinden op de kade dan wel de dwarshelling is de binnen de inrichting geldende 'Hellingdiscipline' van toepassing. Een voorbeeld van deze hellingdiscipline is gegeven in Bijlage VI. De bodem ter plaatse van de kade bestaat uit een geheel gesloten betonverharding. Bodembeschermende voorzieningen zijn het voorkomen van morsen van verf. Indien dit niet primair voorkomen kan worden dan wordt de eventueel gemorste verf onmiddellijk opgemimd. Bij windsnelheden groter dan 6 Bft (> 10 m/s) worden geen verfwerkzaamheden uitgevoerd op de kade zodat het verwaaien van neveldeeltjes naar de omgeving wordt voorkomen. Met deze maatregelen en voorzieningen blijft eventuele geurhinder of hinder door verneveling van verfdeeltj es vanwege de scheepswerf beperkt. 6.7.

Invloed op de omgeving De te verwachten emissies naar de omgeving zijn vanwege de scheepswerf zodanig beperkt dat er geen sprake is van significante immissieconcentraties (milieueffecten op de omgeving).

7.

GELUID EN TRILLINGEN

7.1.

Geluid Teneinde de te verwachten geluidsbelasting op de omgeving, afkomstig van de tot de inrichting behorende installaties en/of binnen de inrichting uitgevoerde werkzaamheden, vast te stellen is een akoestisch onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in rapport 6091190.R01 van 30 oktober 2009. Het akoestisch onderzoek is bijgevoegd als Bijlage III.

De ingekochte en verwerkte verfmiddelen worden daarbij gekoppeld aan de realisatie van het betreffende schip (of overige constructie) zodat naast de 'eigen' ingekochte verfmiddelen ook de verfmiddelen zijn meegenomen die gebruikt worden door de Duitse onderaannemer (zie hoofdstuk 3.3).

18 7.2.

Beschrijving inrichting

Trillingen Met de aanwezigheid van het Oude Winschoterdiep en het Winschoterdiep is het terrein van de inrichting voor een belangrijk deel omsloten door water. Trillingoverdracht door de bodem naar de meest nabijgelegen gevoelige bestemmingen kan daarmee beperkt plaatsvinden. Voor de nieuwe scheepswerf is het optreden van mogelijke trillingen in de bodem niet te verwachten.

8.

BODEM

8.1.

Opslag Voor het gebmik van de dieselaangedreven vorkheftmck kunnen binnen de inrichting dieselolie en/of smeermiddelen aanwezig zijn. Ter voorkoming van een eventuele bodemverontreiniging bij calamiteiten worden voor zover aanwezig de oliën en vetten opgeslagen boven de daarvoor bestemde lekbakken. De opslag van de zogenaamde vloeibare 'gevaarlijke' stoffen, voldoet daarmee aan de praktijkrichtlijn PGS 15 (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15 - 'Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen' uitgegeven door VROM). Verdere opslag en aanvoer van brandstoffen, olie, vetten en overige gevaarlijke stoffen staat omschreven in onderstaande tabel. Ook de binnen de inrichting aanwezige gassen en de wijze van opslag staan daarin aangegeven. Tabel 3 Opslag van oliën, vetten, lakken en gassen wijze van aanvoer

materiaal

wijze van opslag

opslagcapaciteit

dieselolie

jerrycan of stalen vat op een lekbak flacons op een lekbak flacons op een lekbak stalen vaten of patronen blikken op pallets en/of in gesloten stalen container

40 liter

verwachte hoeveelheid per jaar 480 liter

<10 liter <10 liter <10 liter 1.000 liter

20 liter 20 liter 20 liter 8.000 liter

flacons of blikken in kast of in gesloten stalen container

<10 liter

20 liter

personenauto/vrachtwagen

drukhouder drukhouder drukhouder tank tank

±20 flessen a 40 liter ±30 flessen a 50 liter ±30 flessen a 50 liter 6.300 liter 3.300 liter

200 300 300 63.000 liter 33.000 liter

vrachtwagen vrachtwagen vrachtwagen tankwagen tankwagen

motorolie hydraullek olie smeervetten verf, lak, coating reinigings- en ontvettingsmiddelen acetyleen zuurstof protegon argon koolzuur

personenauto/vrachtwagen idem 1 idem 1 idem vrachtwagen

19

Beschrijving inrichting

Het gebmik van oliën en vetten binnen de inrichting is beperkt tot dat van de eigen vorkheftmck en eventueel van de compressoren van de onderaannemer bij de uitvoering van conserveringswerkzaamheden. 8.2.

Bodemonderzoeken Onder punt 8.5 van de huurovereenkomst (zie bijlage II) is vermeld dat voor het vaststellen van de nulsituatie van de bodem van het gehuurde door verhuurder een bodemonderzoeksrapport ter hand wordt gesteld. In vervolg daarop zijn de hierna volgende onderzoeksrapporten in chronologische volgorde overgelegd. verkennend bodemonderzoek 1998 In opdracht van Pattje Shipyards is door ARCADIS Heidemij Advies in 1998 een verkennend milieukundig bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de inrichting te Waterhuizen. Het onderzoek heeft plaatsgevonden volgens de BSB-nulsitiiatie systematiek. Op basis van voorgaande bodemonderzoeken is de waterbodem en de bodem ter plaatse van Hal 4 niet opnieuw bemonsterd. De resultaten zijn weergegeven in het rapport met documentnummer 631/NA98/4655/18133 van 8 september 1998. Uit historisch onderzoek is gebleken dat de huidige Hal 4 medio 1983 is gerealiseerd. Ten behoeve van deze hal is een timmerwerkloods gesloopt. Medio 1995 is de vloer van deze bedrijfshal vernieuwd waarbij alle grond tot 1,5 m - mv is verwijderd. Daarmee zijn binnen de hal ook eventuele resten van een vroegere brandplaats verwijderd.

I

In het onderzoeksrapport is verder geconcludeerd dat er op een aantal plaatsen sprake is van een sterke bodemverontreiniging (> interventiewaarde). De resultaten vormen geen aanleiding tot nader onderzoek en zijn geen milieuhygiënische belemmering in relatie tot toekomstige bedrijfsbestemming van het terrein. Het verkennend bodemonderzoek is bij het bevoegd gezag bekend en niet opnieuw bijgevoegd. aanvullend bodemonderzoek 2002 Door ARCADIS Ruimtelijke Ontwikkeling B.V. is aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van de voormalige brandplek op het terrein van scheepswerf Pattje te Waterhuizen. De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in de brief van 20 febraari 2002. Het aanvullend bodemonderzoek is bij het bevoegd gezag bekend en niet opnieuw bijgevoegd. tanksanering 2004 Door Van der Wiel Infra & Milieu bv is in 2004 een bovengrondse opslagtank voor gasolie met een volume van 10.000 liter en de bijbehorende lekbak gesaneerd. De resultaten van deze sanering zijn vastgelegd in de brief van 8 maart 2004. Deze tanksanering is bij het bevoegd gezag bekend en niet opnieuw bijgevoegd.

20

Beschrijving inrichting

nulsituatie 2008 hl opdracht van TCN SIG Real Estate B.V. is door Van der Wiel Infra & Milieu bv in 2008 een nulsituatie bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van een gedeelte van de inrichting aan de Waterhuizen 5 te Waterhuizen. Het bodemonderzoek heeft, conform de daarbijbehorende bijlage 3, uitsluitend betrekking op Hal 4 en de directe omgeving daarvan (= Waterhuizen 7F). In die zin is de titel van het onderzoeksrapport waar dit ziet op Waterhuizen 5 niet juist (zie ook noot 3). Het onderzoek heeft volgens hoofdstuk 3.2 van dit rapport plaatsgevonden op basis van protocol 'NEN 5740 strategie onverdacht'. Door veld- en laboratoriumonderzoek is de nulsituatie van de bodem ter plaatse bepaald. De resultaten zijn weergegeven in het rapport met kenmerk: 810816 en projectnummer: MI00811 van 27 oktober 2008. Een kopie van dit meest recente bodemonderzoek is als Bijlage IV bij deze aanvraag gevoegd. De in het rapport gepresenteerde resultaten kunnen dienen als nulsituatie. 8.3.

Bodemrisicoanalyse Ten behoeve van de vergunningaanvraag is een bodemrisicoanalyse uitgevoerd volgens het in de NRB 2001 (Nederlandse Richtlijn Bodembescherming - bedrijfsmatige activiteiten) aangegeven stappenplan. De stappen zijn gericht op de meest voorkomende situaties waar met maatregelen en voorzieningen een verwaarloosbaar bodemrisico kan worden bereikt. Bij de scheepswerf worden geen bodembedreigende werkzaamheden uitgevoerd, ander dan het op kleine schaal opslaan en in gebmik hebben van olie en smeermiddelen ten behoeve van de eigen dieselvorkheftmck en/of compressoren van derden. De toegepaste bodembeschermende voorzieningen bij het aanbrengen van verf en coatings zijn in voorliggende beschrijving aangegeven in hoofdstuk 6.6. Stap 1 - Bepaal afde NRB van toepassing is op de bedrijfsactiviteiten De inrichting is vergunningplichtig in het kader van de Wet milieubeheer. De NRB is daarmee van toepassing op de bedrijfsactiviteiten. De inrichting is op het industrieterrein 'Hoogezand Waterhuizen' niet gelegen in een milieubeschermingsgebied. Volgens de NRB komen binnen de inrichting de volgende bodembedreigende activiteiten voor(A.3.1): 1 Opslag bulkvloeistoffen 1.3 Opslag in bovengrondse tank, vrij van grond opgesteld (horizontaal/vertikaal) Van toepassing op de jerrycan met dieselolie bedoeld voor het verbmik van de eigen vorkheftmck en/of compressoren van derden.

21

Beschrijving inrichting

3 Opslagen verlading stort- en stukgoed 3.4 Opslag en verlading vloeistoffen in emballage (drums, vaten, containers e. d.) Van toepassing op de inpandige opslagplaats voor gevaarlijke stoffen (oliën, vetten en lakken). Stap 2+3 - Bepaal per activiteit de (eind-)emissiescore en bodembeschermingstrategie In onderstaande tabellen is per bodembedreigende activiteit volgens de bodemrisicocheckhst (BRCL) de emissiescore bepaald, alsmede de bodembeschermende maatregelen en voorzieningen. BRCL 1.3

Opslag in bovengrondse jerrycan, vrij van grond opgesteld

Omschrijving activiteit Bodembelastende stoffen Systeemontwerp Beheermaatregelen Incidentenmanagement Eindemissiescore

BRCL 3.4

opslag dieselolie dieselolie inpandige opslag voorzien van vloeistofdichte opvangvoorziening n.V.t. algemeen

Basisemissiescore 2

1

Opslag en verlading vloeistoffen in emballage

Omschrijving activiteit Bodembelastende stoffen Systeemontwerp Beheermaatregelen Incidentenmanagement Eindemissiescore

opslag gevaarlijke stoffen motorolie, hydraullek olie, smeervetten, verf, lak, coating opslag op vloeistofkerende voorziening en aandacht voor speciale emballage en lekbakken visueel toezicht door personeel faciliteiten en personeel

Basisemissiescore 4

1

Voor de potentieel bodembedreigende activiteiten vanwege de scheepswerf is sprake van een verwaarloosbaar bodemrisico. Van belang is goed toezicht en inspectie. Het personeel binnen de inrichting is/wordt ingelicht over hoe te handelen bij het morsen van bodembedreigende stoffen door deze meteen en doelmatig op te mimen. Hiervoor worden voldoende opraim- en schoonmaakmiddelen ter beschikking gesteld. Binnen de scheepswerf is sprake van 'Milieu-EHBO' waarmee maatregelen en voorzieningen zijn bedoeld, inclusief training van personeel om morsingen, lekkages en dergelijke direct te verhelpen (spill control programma). Tevens is een kist met hulpmaterialen aanwezig die onder andere is gevuld met olielint, absorptiekorrels en reinigingsdoeken.

22 9.

(EXTERNE) VEILIGHEID

9.1.

Regelgeving veiligheid

Beschrijving inrichting

De inrichting valt niet onder de werking van het 'Besluit risico's zware ongevallen 1999' (BRZO'99). Ook het 'Besluit externe veiligheid inrichtingen' (BEVI) of het 'Registratiebesluit externe veiligheid' is voor deze scheepswerf niet van toepassing. Drempelwaarden als genoemd in het deel 'Gevaarlijke stoffen' van de 'Leidraad risico inventarisatie' worden niet overschreden. 9.2.

Opslag gassen in drukhouders Mogelijke binnen de inrichting aanwezige stoffen die een veiligheidsrisico kunnen vormen zijn de opslag van argon en koolzuur in bovengrondse tanks alsmede de opslag van acetyleen, zuurstof en protegon in gasflessen. De gasflessen bedoeld voor het gebmik in en nabij Hal 4 staan vrij opgesteld aan de zijde van het Winschoterdiep (zie figuur 6). De gasflessen bedoeld voor het gebruik in en nabij Hal 1 staan opgesteld in een opengewerkte stalen container (zie figuur 5). De tanks voor argon en koolzuur zijn eigendom van Linde Gas Benelux te Schiedam. Beide tanks zijn medio augustus 2009 geïnstalleerd en zijn voorzien van daarbij behorende keuringsrapporten. De aanrijdbeveiliging is onder verantwoordelijkheid van vergunningaanvrager aangebracht. De kortste afstand van deze tanks tot aan de gevel van Hal 4 (dan wel tot aan de nog te plaatsen toiletgroep annex wasruimte, zie hoofdstuk 3.2) bedraagt tenminste 3 m. De opslag van deze dmkhouders is zodanig uitgevoerd dat wordt voldaan aan de hieromtrent geldende PGS-richtlijnen (PGS 15). De veihgheidsrisico's zijn daarmee in voldoende mate gewaarborgd. Ten behoeve van het directe gebmik kunnen meerdere gasflessen gelijktijdig aanwezig zijn binnen Hal 4 of Hal 1 dan wel op de kade.

9.3.

Brandpreventie De meest waarschijnlijke calamiteit die zich zou kunnen voordoen is brand. De hiemavolgende brandpreventieve en regressieve maatregelen zijn van toepassing: « e

Een algemeen verbod van open vuur geldend voor de gehele inrichting. Dit wordt middels een duidelijk bord aangegeven. Roken is alleen toegestaan in een aparte, als zodanig aangegeven, rookmimte. Hal 4 is in hoofdzaak opgebouwd uit een staalconstmctie met een borstwering in metselwerk die is afgewerkt met damwandprofielplaten (deels staal en deels kunststof). De hal is voorzien van de noodzakelijke brandblusmiddelen. Het brandrisico is daarmee gering. Figuur 7 geeft een overzicht van de getroffen brandwerende voorzieningen teza-

23

9.4.

Beschrijving inrichting

men met het ontmimingsplan, vluchtroutes en veiligheidsinstmcties. In vergelijkbare mate gelden deze voorzieningen ook voor Hal 1. Blusvoorzieningen in de vorm van poederblussers en brandslanghaspels van voldoende lengte zijn in mime mate binnen de inrichting aanwezig en worden jaarlijks onderhouden. Ook is rondom voldoende oppervlaktewater aanwezig dat gebmikt zou kunnen worden als bluswater.

Risico*s en abnormale bedrijfsomstandigheden Ongewone emissies naar de omgeving kunnen optreden bij brand, het weglekken van vloeistoffen en het beschadigen van opslagtanks en vaten door aanrijdingen e.d. Eventuele effecten buiten het eigen bedrijfsterrein zijn hiervan niet te verwachten. Tijdens de tewaterlating van schepen kan door waterverplaatsing mogelijk hinder ontstaan voor het verkeer over Rijksweg West. In overleg met de bevoegde instanties worden hiertoe tijdig voldoende veiligheidsmaatregelen genomen.

10.

ENERGIE

10.1.

Energieverbruik De energiedragers zijn elektriciteit, gassen en dieselolie. De elektriciteit wordt gebmikt voor verlichting, handgereedschappen, lassen, bovenloopkranen, ventilatoren e.d. De verschillende gassen worden gebmikt voor laswerkzaamheden. Het gebmik van dieselolie is voor de eigen dieselvorkheftmck en/of compressoren van derden. Het te verwachten energieverbmik zal grotendeels worden bepaald door het aantal te produceren schepen. Omdat het een nieuw op te richten scheepswerf betreft is het gebmik van bovenvermelde energiedragers nog niet bekend. Het opgestelde elektromotorisch vermogen ligt naar verwachting tussen de 130 kW en 200 kW. Het geïnstalleerd thermische vermogen (alleen de naverwarmer van de tankinstallatie) bedraagt 4,5 kW.

10.2.

Meerjarenafspraak De inrichting maakt geen onderdeel uit van een bedrijfstak waarvoor een meerjarenafspraak (MJA) is gemaakt met het ministerie van Economische Zaken (bron: SenterNovem).

24

Beschrijving inrichting

10.3. Convenant Benchmarking De inrichting van Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. behoort niet tot de categorie energie-intensieve ondernemingen zodat het convenant Benchmarking voor energieefficiency niet van toepassing is.

11.

GROND- EN HULPSTOFFEN

11.1. Aanvoer en opslag van staalplaten De aanvoer van staalplaten, voorbewerkte constmctiematerialen en overige scheepsonderdelen vindt plaats per vrachtwagen. Bij het lossen van de vrachtwagens wordt voomamelijk gebmik gemaakt van de binnen de inrichting aanwezige dieselvorkheftmck. Behoudens incidentele uitzonderingen vindt deze aanvoer uitsluitend plaats in de dagperiode. De wijze en plaats van opslag van de staalplaten is gegeven in hoofdstuk 3.3. 11.2. Aanvoer en opslag van gasflessen en gas De gasflessen worden aangevoerd met vrachtwagens die specifiek zijn uitgemst voor het vervoer en de overslag van dergelijke gasflessen. Het vervoer van dergelijke stoffen voldoet aan het reglement betreffende het 'Vervoer over Land van Gevaarlijke stoffen' (VLG). De betreffende ADR-klasse (Accord europeen relatif au transport international des marchandises Dangereuses par Route) is bij de leverancier bekend. Als vermeld in hoofdstuk 4.3 worden deze gasflessen voor het gebmik in Hal 4 conform de voorschriften van PGS-15 opgeslagen aan de zijde van het Winschoterdiep of in de opengewerkte stalen container nabij Hal 1. Argon en koolzuur wordt per tankwagen van Linde Gas Benelux aangevoerd. Behoudens incidentele uitzonderingen vindt ook deze aanvoer uitsluitend plaats in de dagperiode. De maximum binnen de inrichting aanwezige hoeveelheid gas en/of het aantal gasflessen staat vermeld in tabel 3 onder opslagcapaciteit. Waar dit gasflessen betreft zijn met de aangegeven hoeveelheden volle flessen bedoeld. 11.3. Aanvoer en opslag van verf- en verfproducten De benodigde verf en verfproducten worden op pallets aangevoerd met vrachtwagens. Voor zover deze producten gebmikt worden door de Duitse onderaannemer worden deze opgeslagen in de op het bedrijfsterrein aanwezige afsluitbare stalen container (zie figuur 5) nabij Hal 4. Voor het gebmik in of nabij Hal 1 worden deze opgeslagen in een afsluitbare stalen container die staat opgesteld achter de container voor gasflessen (zie figuur 5) aan de westzijde van het bedrijfsterrein.

25

Beschrijving inrichting

Voor verf of verfproducten geldt ADR-klasse 3 met UN-nr 1263. De maximum binnen de inrichting aanwezige hoeveelheid staat vermeld in tabel 3 onder opslagcapaciteit. Reinigings- en ontvettingsmiddelen worden binnen de inrichting in beperkte mate gebmikt.

12.

VERKEER EN VERVOER

12.1.

Bedrijfsverharding Een groot deel van het bedrij fstertein van de inrichting is voorzien van een gesloten verharding bestaande uit asfaltbeton en beton. Alleen rondom, langs de oevers van het Oude Winschoterdiep en het Winschoterdiep, is er sprake van onverharde terreindelen danwei groenstroken.

12.2. Rijroutes en parkeervoorzieningen De vrachtwagens rijden vanaf de toegang tot het bedrijfsterrein aan de Waterhuizen langs de zuidwestzijde van het bedrijfscomplex naar Hal 4 en weer temg. Ook kunnen de vrachtwagens rond het gebouwencomplex rijden. De inrichting beschikt, in gezamenlijk gebmik met de overige gebmikers van de bedrijfspanden, over voldoende parkeergelegenheid voor personeel en bezoekers op of nabij het bedrijfsterrein. 12.3. Intern transport Voor het intern transport wordt gebruik gemaakt van de eigen dieselaangedreven vorkheftmck en van vrachtwagens van derden. Binnen Hal 1 en Hal 4 wordt in hoofdzaak gebmik gemaakt van de daartoe aanwezige bovenloopkranen.

13.

TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN De aanvraag om een milieuvergunning betreft de oprichting van Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. te Waterhuizen. Verdergaande voor de aanvrager te verwachten (toekomstige) ontwikkelingen met betrekking tot de inrichting, die voor de beslissing op de aanvraag van belang kunnen zijn, zijn thans nog niet bekend.

26

14.

OVERIGE VOORZIENINGEN OF HINDER

14.1.

Bewaking

Beschrijving imichting

Het terrein van de inrichting is aan de zijde van de openbare weg voorzien van een afrastering met een afsluitbaar toegangshek. Verder is het terrein rondom voorzien van water. De bedrijfsgebouwen worden op momenten dat deze niet worden gebmikt afgesloten. Gelet op het ontbreken van kostbare en als zodanig diefstalgevoelige materialen is buiten de aangegeven bedrijfstijden niet voorzien in externe bewaking van het terrein. 14.2.

9

Hinder visuele hinder De inrichting wordt gevestigd op een terrein met industriebestemming. Zowel Hal 4 en Hal 1 alsmede het overige bedrijfscomplex hebben een industriële uitstraling. Eventuele maatregelen ter voorkoming van visuele hinder dan wel landschappelijke gevolgen zijn voor deze scheepswerf op het industrieterrein 'Hoogezand Waterhuizen' verder niet relevant. lichthinder Er wordt alleen verlichting toegepast waar en wanneer dit nodig is. Onnodige lichthinder wordt tot een minimum beperkt. zwerfvuil Tijdens het gebmik van de inrichting is het optieden van zwerfzuil door eigen activiteiten als wel door activiteiten van derden niet geheel uit te sluiten. De inrichting is voomemens om in het kader van 'good-housekeeping' dit zwerfvuil regelmatig op te mimen zodat verdere verspreiding naar de omgeving wordt tegengegaan.

Luchtfoto / Tekeningen / Figuren

Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V.

Overzicht van de situatie

Figuur 1

Figuur 2

uittreksel Kadastrale Kaart

247

29

s.ü-

42 248

io

699

372 v^^^

^

i?"-^

20

390

^. '% 26

-J>

\

"«V

C^^n 283^

^cJ-

e> % '^.■'OA % '^

230

"s.n

363 ----.,___^

384

393

^--^^^^^

385

'

^

^

^

r^^^^~^^-"\ 1

386

/

^ Om

12345 25

Deze kaart is noordgericht Perceelnummer Huisnummer Kadastrale grens Bebouwing Overige topografie

Voor een eensluidend uittreksel, GRONINGEN, 1 oktober 2008 De bewaarder van tiet kadaster en de openbare registers

20 ra

Sctiaal 1:2000 Kadastrale gemeente

Sectie Perceel

HOOGEZAND M 26

Aan dit uittreksel kunnen geen betrouwbare maten worden ontleend. De Dienst voor het kadaster en de openbare registers betioudt zich de Intellectuele eigendomsrechten voor, waaronder het auteursrecht en het databankenrecht.

\

Figuur 3

Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V.

Figuur 4

578600 LEGENDA

678S50 schaal = 1 : 2000 oorsprong = 239380, 578150

578500

578450

578400

578350

578300

578250

578200

j

239400

239450

239500

239550

239600

239650

Industrielawaai - IL, Hoogezand — Groningen Scheepsbouw Combinatie [D:\Geonoise Projecten\Groningen Scheepsbouw Combinatie\], Geonoise V5.43

Globale begrenzing van de inrichting van Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V.

I

I

239700

I

1-

Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V.

Figuur 5

Container met verfspuUen

Container voor verfopslag

Hal I t/m III - bedrijfspanden van derden Overige opslag gasflessen

GimNINGEN SCHEEPSBOUW COMBIIlATiE «wATESSKUiZEN 7F (KAS> 4) 8609PA WATERHUUEN

Plattegrond bedrijfscomplex Waterhuizen 7 (schaal 1 : 500)

O 1^

o 3

0'

GAS-FLESSEN EN AFVAL OPSTELLING HAL 4

a ö &o o CS-

a

co

er o O o

Ti*^

■i

CO

<

1XAc«tylaan7JEk9/40L 1XZuiiralof2.5ker50L

=T

^=

1—

I

1XAc«tylBan7.2kaf40L I X Zuurstof 2.5kgf50L

-1

1

X

HOUT OPSl AG {BALKEN]

PAPIER C OKTAIIHERSOOL; AFVAL C ONTAINER 500L | PLASTIC ZAK V(10R PLASTICS

Aigontaidc G300L Kootzuurtank \ (ziB Dpaito tekening linde gas)

GAS BOTTLES

+/- 10X AcetylMn 7.2kg/40L +ƒ- 1GX Zuuratarf 2.5ks/S01-•-/- 1GX ProtaBon SOL

I

CTQ*

GRONINGEN SCHEEPSBOUW COMBINATIE WATERHUIZEN 7F (HAL 4) 9609PA WATERHUIZEN

ON

ONTRUIMINGSPLATTEGROND

CO

o-

lt^^-3

3 !=

O

Q o

BEGANE GROND

^

n

B'

^ -

_~ir

<€t^

' -

T

?=i

r-

GO O C3-

t

t

n> CO

oO

I

CD

CD C3

- ^ . -

O o

I

t

I

3 5'

I 4~

t

4,

-

1

i~c

I

VEILIGHEIDSINSTRUCTIES / SAFETYINSTRUCTIONS LEGENDA / SAFETY APPLIANCES

REL U Z

MELD:

-UW NAAM -OE PLAATS VAN DE BRAND -EVENTUEEL SLOCHTOFFERS -HANOELJNeEN DIE \J SAATVERRICHTEN WAAIÏSCHUW ANDEREN I N M O t t S e v n * VAN OE BRAND, TRACHT BESINNENDE BRAND TE BLUSSEM SLUIT RAMEN, DEUREN EN VENTILATOREN.

^

n

EERSTE HULP KOFFER / MEDICAL LOCKER

^ j

OOG DOUCHE / EYE SHOWER

ONSÉVAL: BEL UZ MELD;

(NORMALE) UITGANG / (NORMAL) EXIT t ^ ^ t k i (NOOD)UITGANG / (EMERGENCY) EXIT ^ S

# GRONINGEN SCHEEPSBOUW COMBINATIE WATERHUIZEN 7F (HAL 4) 9609PA WATERHUIZEN

— ^

VERZAMELPLAATS/ASSEMBLY POINT VLUCHTROUTE / ESCAPE ROUTE

. [ j g FOAM HANDBRANDBLUSSER / FOAM EXTINGUISHER [ U f f

UW NAAM ■DE PLAATS VAN HfTCNSEVAL -EVENTUEEL SLOCHTOFFERS -HANDELIN6ÉN DIE U 6AATVBÏHICHTÏN STEL HET SLACHTOFFER GERUST. LAAT HÉT SLACHTOFFSl NIET ALLEEN.

6 L.

BRANDSLANGHASPEL/ F IREHOSE g POEDER HANDBRANDBLUSSER / POWDER EXTINGUISHER

6 KG.

orfTPuiMa«; VR. SCHAKEL APPARATUUR urr. m ^ SLUIT RAMEN, DEUREN EN VENTILATOnEN uJÜ VOORItOM PANIEK, BLIJF RUSTI6 EN VEBtAAT HET GEBOUW VIA EEN VAN DE (NOOD)UrTBANeEK 6A NAAR DE V E R Z A M E L ^ A A T S OP PARKEERPLAATS. M a D EVENTUELE VERMISTEN B U DE HULPVERLENIN6. BLUF BIJ DE VERZAMaPUATS TOTDAT ANDERE INSTRUCTIES WORDEN GfiSEVEN DOOR DE HULPVERia'nNS,

FIRE: DIALllZ STATE-

-NAME -LOCATION OF FIRE -POSSIBLE PEOPLE IWURED -WHAT VOU ARE SOINS TO DO NE)fT ALERT QTMERS I N THE ÖIRECT ^nC!NSm. TRY TO PUT OUT THE FIR£ aOSE WINDOWS, DOORS AND va>ITTLATEON FANS.

- \ X^

ACCIDENT: DIAL ItZ STATE ■NAME ■LOCATION OF FIRE -POSSIBLE PEOPl-E INJURED -WHAT VOU ARE 60INe TO DO NEXT REASSURE THE VKTIM. DO NOT LEAVE THE VICTIM ALONE.

EVACUATION:

yCTl

i SWITCH OF ALL EQUIPMENT. UML CLOSE WINDOWS. DOORS AND VENTILATION FANS. STAY CALM AND LEAVE THEBUILDINS. SO TO THE ASSEMBLY POINT ATTME CARPARK. REPORT COLLE6UE5 THAT ABE M1SSIN6. FOLLOW THE INSTRUCnONS GIVEN BV THE 8»T.

OQ

Figuur 8

Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. overgenomen ïsnieknr. Tanl

T

ProdukMeverdamper afmetingen Ixbxh : : capaciteit : massa : werkdruk

ca.gOO X 900 X 3500 90 m3/h 200 kg 40 Dar

Tankgegevens nr « I K B : 3.300 1. tanktype : vloeibare koolzuur gassoort : 3.150 1. Inhoud K r . vol : 2.500 kg massa leeg : 5.760 kg massa vol : 1600 mm diameter : 4.150 mm hoogte : 30 bar max. werkdruk

©

Produklieverdamper afmetingen Ixbxh : 685 x 700 x 3000 mm capaciteit : 60 m^/h massa ■■ 65 hg werkdruk : 40 bar Naverwarmer electrisch afmetingen Ixbxh : 500 x 1150 mm vermogen : 4.5 kW-400V-3 ph. massa : ±140 kg werkdruk : 100 bar

LOODS

REVi 20-01-2009

Fundatie Aangegeven maten bij voorkeur aanhouden. Definitief ontwerp is afhankelijk van de lokale grondgesleldheid. Ontwerp en aanleg van de fundatie behoort niet t o t de verantwoordelijkheid van Linde Gas Benelux.

Aanvullende eisen Indien de tankopstelling niet op afgesloten terrein staat dient deze voorzien te worden van een hekwerk min. 2 meter hoog met tenminste twee deuren 180' draaibaar, van binnenuit te openen en met voldoende ruimte om tank en verdampers heen. De vluchtdeur moet goed bereikbaar zijn en vrij van obstakels. De doorgang vanaf het vulpunt naar de vluchtdeur dient minimaal 800 mm breed te zijn en vrij van obstakels. Tevens dient er een aanrijdbeveiliging geplaatst te worden. De tank moet minimaal 3 meter van de erfgrens geplaatst te worden. Er mogen zich alleen putten bevinden op een minimale afstand ven 3000 mm vanaf de tank

j~Zl^^£

Positie bepaling van tank is afhankelijk van ; ^Gebouwen (ramen en deuren). -Erfafscheiding. 'Plaatselijke omstandigheden. 'Lokale eisen overheid. 'Gassoort. Tankwagen ' Lossen op de openbare weg is niet toegestaan (vtgs. AOR). ' De trekker-oplegger combinatie moet altijd tussen twee stralen in tenminste een halve cirkel kunnen rijden zender buiten de stralen te treden. ' De binnenstraal die de oplegger tenminste moet rijden bedraagt S meter en de bumperstraal van de trekker is maximaal 13 meter. ' Er wordt gerekend met een opleggerbreedte van 2.85 meter en een combinatielengte van ca. 16.5 meter. f?n^

Naverwarmer 4.5 kW Wandcontactdoos. CEE form 16A 400 V 3 fase » O ♦ aarde, 16A

Aanbeveling min. afstanden vacuum tanks Brandwerendheid van nebouw (min.) 0 60

Afstand (meterl 5 1 0 met een minimum van de vrije ruimte

-^

ia°i

(DÜ

fTl CRONINGEN SCHEEPSBOUW C OMBINATIE WATESHUiSEN ?F 'HAL ^ W 0 9 P A WATEIOiUIZEN

iï]

Aanzicht A

c/^mie

(schaal 1:501

Maten zonder toleranile volgens 150 2768-ni opgmdd

R. Ravesteyn

Geietond

M. van Schie

Auiofitaiit

R, Ravesteijn

Opstelling Tankinstallatie Oppervlalde ruwheid volgens IS01302 Ra ifi ym

^Q

Al ' ' T03620

Je Gas Benelux. Posihus 78, IIOO AB Sdiiediiti, E-maik lekenkatner.lg.nli

Opstelling tankinstallatie

I

Organogram ondememings- en organisatiestructuur

G.Schmidt

1

1

2L

Louisa Alexandra Beheer B.V.

Beatrice Holding B.V.

60%

40% Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V.

Groningen Shipyard B.V.

B.Adema algemeen directeur/bestuurslid

X

H

Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. Hal IV

:i

r

' ■h

i

-

-

.

;

"

"

:

.

;

,

.

.

.

"

:

.

■ - ■ ,

-

r-

circa 45 man

u

:

^

Greendeck

Hall

.1

r

personeel

'

personeel circa 15 man

B. Adema

HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artiltel 7:230a BW Model door de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) in juli 2003 vastgesteld. Verwijzing naar dit model en het gebruik daarvan zijn uitsluitend toegestaan, indien de ingevulde, de toegevoegde of de afwijkende tekst duidelijk ais zodanig herkenbaar is. Toevoegingen en afwijkingen dienen bij voorkeur te worden opgenomen onder het hoofd 'bijzondere bepalingen'. ledere aansprakelijkheid voor nadelige gevolgen van het gebruik van de tekst van het model wordt door de ROZ uitgesloten. ONDERGETEKENDEN TCN SIG Real Estate B.V. gevestigd/wonende te Groningen, Hoendiepskade 24 (9718 BG) hierna te noemen 'verhuurder', ingeschreven in het handelsregister onder nummer 02053165 ten deze vertegenwoordigd door TCN SIG Assets B.V. rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer A.J. Kuilman, geboren op 18 juni 1973 te Oosterhesselen en de heer G. Meines, geboren op 15 maart 1967 te Assen, gezamenlijk bevoegd en Groningen Scheepsbouw Combinatie B.V. i.o. gevestigd te Groningen, Waterhuizen 7F (9609 PA Waterhuizen) hierna te noemen 'huurder', ingeschreven in het handelsregister te Noord-Nederland onder nummer: 01158051 omzetbelastingnummer ten deze vertegenwoordigd door de besloten vennootschap Louisa Alexandra Beheer B.V., ingeschreven in het handelsregister voor Noord-nederland onder nummer 02097611, ten deze vertegenwoordigd door de heer G. Schmidt, geboren te Minden (Duitsland), d.d. 25 januari 1965 in zijn hoedanigheid van directeur, zelfstandig bevoegd. ZIJN OVEREENGEKOMEN Het gehuurde, bestemming 1.1 Verhuurder verhuurt aan huurder en huurder huurt van verhuurder de bedrijfsruimte, hierna 'het gehuurde' genoemd, gelegen aan Waterhuizen 5-7 te Waterhuizen, zijnde een gedeelte van het complex bestaande uit bedrijfshal IV (unit 7f) ter grootte van circa 1.440 m^ b.v.o. en een gedeelte van de kade, kadastraal bekend gemeente Hoogezand, sectie M nummers 26, 27,42, 283 welke bedrijfsruimte nader is aangegeven op de als bijlagen bij deze overeenkomst gevoegde en daarvan déeluitmakende door partijen geparafeerde tekening en een door partijen geparafeerd proces-verbaal van oplevering, waarin wordt aangegeven welke installaties en andere voorzieningen wel, en welke installaties en andere voorzieningen niet, tot het gehuurde behoren en waarin tevens een beschrijving van de staat van het gehuurde wordt gegeven, eventueel aangevuld met door partijen geparafeerde foto's. 1.2 Het gehuurde zal door of vanwege huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt als bedrijfsruimte ten behoeve van scheepsbouw, scheepsreparatie, consultancy en staalbouw. 1.3 Het is huurder niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder een andere bestemming aan het gehuurde te geven dan omschreven in 1.2. 1.4 De hoogst toelaatbare belasting van de vloeren van het gehuurde bedraagt op de begane grond 2000 kglm^. Puntbelasting is niet toegestaan.

Paraaf verhuurder:

1

Paraaf huurder:

«^.

Voorwaarden 2.1 Van deze overeenkomst maken deel uit de 'ALGEMENE BEPALINGEN HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE' en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230A BW', gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank te Den Haag op 11 juli 2003 en aldaar ingeschreven onder nummer 03-54, hierna te noemen 'algemene bepalingen'. De inhoud van deze algemene bepalingen is partijen bekend. Huurder en verhuurder hebben een exemplaarvan de algemene bepalingen ontvangen. 2.2 De algemene bepalingen waarnaar in 2.1 wordt venwezen, zijn van toepassing behoudens voor zover daarvan in deze overeenkomst uitdrukkelijk is afgeweken of toepassing daarvan ten aanzien van het gehuurde niet mogelijk is. Duur, verlenging en opzegging 3.1 Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van drie jaar en zeventien dagen, ingaande op 15 augustus 2009 en lopende tot en met 31 augustus 2012. 3.2 Na het verstrijken van de in 3.1 genoemde periode wordt deze overeenkomst voortgezet voor een aansluitende periode van 3 jaar, derhalve tot en met 31 augustus 2015. Deze overeenkomst wordt vervolgens voortgezet voor aansluitende perioden van telkens 5 jaar. 3.3 Beëindiging van deze overeenkomst vindt plaats door opzegging tegen het einde van een huurperiode met inachtneming van een termijn van tenminste 12 maanden. 3.4 Opzegging dient te geschieden bij deunwaardersexploot of per aangetekend schrijven. Huurprijs, omzetbelasting, huurprijsaanpassing, betalingsverplichting, betaalperiode 4.1 De aanvangshuurprijs van het gehuurde bedraagt op jaarbasis € zegge. 4.2 Partijen komen overeen dat verhuurder wel omzetbelasting over de huurprijs in rekening brengt. Indien géén met omzetbelasting belaste verhuur wordt overeengekomen is huurder naast de huurprijs een afzonderlijke vergoeding aan verhuurder verschuldigd, ter compensatie van het nadeel dat verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt dan wel zal lijden, omdat de omzetbelasting op de investeringen en exploitatiekosten van verhuurder.niet (meer) aftrekbaar zijn. Het gestelde in 19.1 t/m 19.9 algemene bepalingen is dan niet van toepassing. 4.3 Indien partijen een met omzetbelasting belaste verhuur zijn overeengekomen maken huurder en verhuurder gebruik van de mogelijkheid om op grond van Mededeling 45, besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571, af te zien van het indienen van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur. Huurder verklaart door ondertekening van de huurovereenkomst mede ten behoeve van de rechtsopvolger(s) van verhuurder, dat hij het gehuurde blijvend gebruikt of blijvend laat gebruiken voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van omzetbelasting op de voet van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 bestaat. 4.4 Het boekjaar van huurder loopt van 1 januari tot en met 31 december. 4.5 De huurprijs wordt jaarlijks per 1 augustus voor het eerst met ingang van 1 augustus 2010 aangepast overeenkomstig 9.1. t/m 9.4 algemene bepalingen. 4.6 De vergoeding die huurder verschuldigd is voor door of vanwege verhuurder te verzorgen bijkomende leveringen en diensten wordt bepaald overeenkomstig 16 algemene bepalingen. Op deze vergoeding wordt een systeem van voorschotbetalingen met latere verrekening toegepast, zoals daar is aangegeven. 4.7.1 De betalingsverplichting van huurder bestaat uit: de huurprijs; de afzonderlijke vergoeding indien geen met omzetbelasting belaste verhuur is overeengekomen de over de huurprijs verschuldigde omzetbelasting indien partijen een met omzetbelasting belaste verhuur zijn overeengekomen; het voorschot op de vergoeding voor de door of vanwege verhuurder te verzorgen bijkomende leveringen en diensten met de daarover verschuldigde omzetbelasting; 4.7.2 Huurder is geen omzetbelasting meer over de huurprijs verschuldigd indien het gehuurde niet langer met omzetbelasting mag worden verhuurd, terwijl partijen dat wel waren overeengekomen. Als dat het geval is, komen de in 19.3.a algemene bepalingen bedoelde vergoedingen voorde omzetbelasting in de plaats, en wordt de in 19.3.a sub I bedoelde vergoeding bij voorbaat vastgesteld op % van de actuele huurprijs.

Paraaf verhuurder:

2

Paraaf huurder:

4.8. Per betaalperiode van 3 (drie) kalendermaand(en) bedraagt bij aanvang van de huurovereenkomst: de huurprijs € de over de huurprijs verschuldigde omzetbelasting of € de afzonderlijke vergoeding als genoemd in 4.2 indien geen met omzetbelaste verhuur wordt overeengekomen of de in 4.7.2. genoemde vergoeding(en) indien niet meer met omzetbelasting mag worden verhuurd, terwijl partijen dat wel waren overeengekomen het voorschot op de vergoeding voor door of vanwege verhuurder verzorgde bijkomende leveringen en diensten met de daarover verschuldigde omzetbelasting €

totaal

zegge: negentienduizend en tien euro 25/100. 4.9 Met het oog op de datum van ingang van de huur, heeft de eerste betaling van huurder betrekking op de periode van 15 augustus 2009 tot en met 30 september 2009 en is het over deze periode verschuldigde bedrag f Dit bedrag is inclusief omzetbelasting, ook wat de omzetbelasting over de huurprijs betreft, doch alleen als verhuurder omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd is. Huurder zal dit bedrag voldoen vóór of op 15 augustus 2009. 4.10 De uit hoofde van deze huurovereenkomst door huurder aan verhuurder te verrichten periodieke betalingen als weergegeven in 4.8 zijn in één bedrag bij vooruitbetaling verschuldigd in euro's en moeten vóór of op de eerste dag van de periode waarop de betalingen betrekking hebben volledig zijn voldaan per automatische incasso. 4.11 Tenzij anders vermeld, luiden alle bedragen in deze huurovereenkomst en de daarvan deel uitmakende algemene bepalingen exclusief omzetbelasting. Leveringen en diensten 5. Als doorof vanwege verhuurder te verzorgen bijkomende leveringen en diensten komen partijen overeen elektraverbruik inclusief vastrecht ten behoeve van het gehuurde en gemeenschappelijke terrein; gasverbruik inclusief vastrecht ten behoeve van het gehuurde en het gemeenschappelijk terrein; waterverbruik, inclusief vastrecht ten behoeve van het gehuurde en het gemeenschappelijk terrein; onderhoud en periodieke controle van de verwarmings- en of luchtbehandelinginstallatie(s); beheerkosten; administratiekosten ad 5% over de hierboven genoemde levering en diensten. De kosten van de bijkomende leveringen en diensten worden verdeeld aan de hand van de verhouding gehuurde vloeroppervlakte ten opzichte van de totale vloeroppervlakte van het gebouw, tenzij het verbruik door meting wordt vastgesteld en aldus wordt verdeeld. Bankgarantie 6. Het in 12.1 algemene bepalingen bedoelde bedrag van de bankgarantie wordt bij deze tussen partijen vastgesteld op € zegge: Beheerder 7.1 Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, TCN SIG Real Estate BV gevestigd te Groningen.

Paraaf verhuurder:

3

Paraaf huurder:

%.

Bijzondere bepalingen 8.1. Het gehuurde is door verhuurder verzekerd tegen brand-, storm- en inbraakschade. Bij inbraakschade is de beglazing buitenzijde niet meeverzekerd. In dit geval is het eigen risico per gebeurtenis ad € 5.000,- per gebeurtenis voor rekening van huurder. 8.2. Huurder verleent een machtiging tot automatische incasso van de huur. 8.3. De huurprijs zal worden voldaan op bankrekeningnummer 66.99.89.991 (ING Bank) ten name van TCN SIG Real Estate BV te Groningen. 8.4 In plaats van de onder 6 genoemde bankgarantie kan huurder ook een waarborgsom groot € bij verhuurder deponeren. Over de waarborgsom wordt geen rente vergoed. Indien huurder een waarborgsom aan verhuurder voldoet dient waar in het huurcontract en bijzondere bepalingen bankgarantie wordt vermeld, waarborgsom te worden gelezen. 8.5 Partijen komen overeen dat bij aanvang van de huurovereenkomst in het kader van het vaststellen van de nulsituatie van de bodem van het gehuurde een bodemonderzoek wordt gebruikt welke is uitgevoerd door een deskundig onderzoeksbureau, welk onderzoek door beide partijen geacht wordt een getrouwe weergave te zijn van de kwaliteit van de bodem van het gehuurde. Het desbetreffende rapport zal door verhuurder aan huurder ter hand worden gesteld. . 8.6 Voor rekening van huurder is al het onderhoud met betrekking tot de in het gehuurde aanwezige vier bovenloopkranen ( 2 x 5 ton en 2 x 10 ton met een hijshoogte van 12 meter). 8.7 Huurder dient zelf bij de betreffende gemeentelijke en provinciale instanties te verifiëren of het beoogde gebruik niet in strijd is met de vigerende bestemming van het object. 8.8 Het gehuurde wordt aan verhuurder opgeleverd in de staat waarin het zich bevond bij aanvang van de huurovereenkomst, behoudens normale slijtage. De specifiek door huurder aangebrachte voorzieningen dienen door huurder bij einde van de huur voor eigen rekening en risico te worden verwijderd, tenzij verhuurder anders bepaalt, zonder daarvoor enige vergoeding van verhuurder te kunnen vorderen. Indien er door het verwijderen door huurder van voorzieningen schade wordt aangebracht aan het gehuurde zal huurder dit herstellen. 8.9 Indien huurder bouwtechnische aanpassingen aan het gehuurde wenst uit te voeren zal dit uitsluitend geschieden in overleg met en na goedkeuring van verhuurder (Technische Dienst). In navolgende bijlagen vormen een onlosmakelijk geheel met deze huurovereenkomst. Huurder is bekend met de inhoud hiervan: - de algemene bepalingen als bedoeld in 2.1.a; - de aan deze overeenkomst gehechte en door partijen gewaarmerkte tekening van het gehuurde (aan deze tekening kunnen geen rechten ontleend worden); - bankgarantie; i- opleveringsrapport (nog nader toe te voegen); Aldus opgemaakt en ondertekend in tweevoud Groningen,

A.J. Kuilman

G. Meines

/

/2009

Groningen,

G. Schmidt

/

/2009

GRONINGEN SCHEEWBOUW COMBINATIE WATERHUIZEN 7F (HAL 4) 960dPA WATERHUIZEN. Vergunningaanvraag. Wet milieubeheer - PDF Free Download (2024)
Top Articles
Latest Posts
Article information

Author: Msgr. Benton Quitzon

Last Updated:

Views: 6085

Rating: 4.2 / 5 (63 voted)

Reviews: 94% of readers found this page helpful

Author information

Name: Msgr. Benton Quitzon

Birthday: 2001-08-13

Address: 96487 Kris Cliff, Teresiafurt, WI 95201

Phone: +9418513585781

Job: Senior Designer

Hobby: Calligraphy, Rowing, Vacation, Geocaching, Web surfing, Electronics, Electronics

Introduction: My name is Msgr. Benton Quitzon, I am a comfortable, charming, thankful, happy, adventurous, handsome, precious person who loves writing and wants to share my knowledge and understanding with you.