Beoordeeld: 30-05-2024
![Informatievoorziening patiënt - Richtlijn - Richtlijnendatabase (1) Informatievoorziening patiënt - Richtlijn - Richtlijnendatabase (1)](https://i0.wp.com/richtlijnendatabase.nl/images/vendor/thuisarts/logo.png?9ce8943a)
Uitgangsvraag
Van welke handvatten kan de klinisch zorgverlener in de tweede of derde lijn gebruik maken om aandacht te besteden aan arbeidsparticipatie van de patiënt?
Aanbeveling
Bespreek het thema werk door kort een aantal algemene vragen te stellen (eventueel door middel van een vragenlijst), zoals:
• Werkt u op dit moment of wilt u werken?
Zo ja:
• Wat voor werk doet u?
• Heeft u vragen over werk(en) in relatie tot uw klachten/ziekte of heeft u behoefte aan verdere begeleiding of ondersteuning?
Zo ja:
Exploreer de vraag en beantwoord deze of acteer er op. Indien u zelf de vraag niet kunt beantwoorden
• Informeer de patiënt over de mogelijkheden meer aandacht te geven aan betaald werk in relatie tot ziekte (gebruik hiervoor de informatie in Overwegingen Sub module: Laagdrempelig verwijzen naar de bedrijfsarts), bijvoorbeeld het overzicht “Arbocuratieve samenwerking: wie doet wat en voorwaarden voor samenwerking” (zie: ) en/of de informatie in de module Organisatie van arbeidsgerichte zorg (Module Organisatie van arbeidsgerichte zorg).
Neem – in het kader van samen beslissen – bij besluiten rondom diagnostiek en/of behandeling gevolgen voor werk als mogelijke uitkomst mee.
Adviseer over de leefadviezen (indien mogelijk concreet over belasting en activiteiten) om de behandeling/het herstel te bevorderen of achteruitgang zoveel mogelijk tegen te gaan, en benoem expliciet dat deze adviezen ook kunnen gelden voor werk.
Indien aan de orde, geef proactief informatie (zie hiervoor de informatie in Overwegingen Sub module: Informatievoorziening patiënt), bijvoorbeeld op Thuisarts.nl en/of over de patiëntenorganisatie. Deze hebben vaak informatie over werk in relatie tot de aandoening.
Extra informatie en praktische handvatten bij deze aanbevelingen zijn de te vinden in Overwegingen de Sub module: Kernboodschap: vraag naar werk
Overwegingen
Sub module: Informatievoorziening patiënt
Bespreek al vroeg met de patiënt dat arbeidsgeneeskundige begeleiding functioneel herstel en arbeidsintegratie kan bevorderen en raadpleeg, indien mogelijk, ziektespecifieke richtlijnen. Er zijn programma’s en deskundigen die de patiënt kunnen ondersteunen bij hulpvragen met betrekking tot werk(en).
- Verwijsmogelijkheden voor arbeids(genees-)kundige zorg zijn beschreven in de module Organisatie van zorg.
- Veel patiëntorganisaties bieden informatie over werk in relatie tot de aandoening: https://kennisbank.patientenfederatie.nl/app/answers/detail/a_id/1779/~/ondersteuning-door-pati%C3%ABntenverenigingen-bij-chronische-aandoeningen-en-werk
- Aan werkenden in loondienst kan het advies gegeven worden een gesprek met de bedrijfsarts aan te vragen.
Onderstaande bronnen zijn bedoeld voor patiënten:
- Informatie over begeleiding door de bedrijfsarts.
https://www.thuisarts.nl/begeleiding-van-bedrijfsarts
- Wat de bedrijfsarts kan doen.
https://www.thuisarts.nl/begeleiding-van-bedrijfsarts/ik-ben-ziek-wat-kan-bedrijfsarts-voor-mij-doen
- Centraal informatiepunt Chronisch ziek en werk (CIP)
https://www.patientenfederatie.nl/over-de-zorg/werken-met-chronische-ziekte
- UWV
https://www.uwv.nl/particulieren/index.aspx
- Specifieke ondersteuning gericht op (arbeids)participatie, bijvoorbeeld bij het herstel na een operatieve ingreep, door middel van de EHealth interventie (https://ikherstel.nl/).
Wettelijke situatie voor werkenden in loondienst:
De bedrijfsarts heeft medisch beroepsgeheim en werknemers kunnen de bedrijfsarts altijd vertrouwelijk raadplegen.
Rondom ziekmelding: Wanneer de werknemer niet kan werken, moet deze zich ziekmelden. De werkende is niet verplicht om te vertellen aan de werkgever wat de reden van verzuim is. De werkgever mag ernaar informeren, maar de werknemer is niet verplicht een antwoord te geven.
Tips aan patiënten voor gesprekken bij werkhervatting
Voor de patiënt zelf:
Ziekte en behandeling kunnen impact en blijvende gevolgen hebben, ook twijfels over de re-integratie, verwerking van wat er allemaal gebeurt is en onzekerheid spelen in deze fase een rol. Maak dit bespreekbaar met je werkgever en wees eerlijk over wat je wel en niet kunt, zodat jouw werkgever ook beseft wat er speelt. Als er blijvende gevolgen van ziekte zijn, dan is het goed om regelmatig met je werkgever te evalueren en af te stemmen hoe het werken gaat, op deze manier kunnen tijdig aanpassingen worden gedaan indien nodig. De bedrijfsarts kan in alle situaties deskundig advies geven.
Bedrijfsmaatschappelijk werk kan zowel de werkende, de werkgever als de collega’s ondersteunen bij bespreekbaar maken van de gevolgen van ziekte voor werk. Patiëntenorganisaties kunnen ook de werkende ondersteunen.
Voor de werkgever: is het goed om te weten wanneer de werknemer na behandeling of door ziekte nog lange tijd of blijvend last hebben van klachten die tot beperkingen voor het werk leiden. Ook wisselende belastbaarheid kan spelen. Het is belangrijk om een plan te maken voor terugkeer naar werk of indien de werknemer weer volledig werkt, regelmatig te evalueren hoe het werken gaat. De bedrijfsarts kan hierbij deskundig advies geven. Ook kunnen collega’s betrokken worden voor bewaken van balans en tijdelijke of blijvende aanpassingen in werk.
Informatievoorziening bedrijfsarts
Informeer de patiënt met vragen over werk en re-integratie dat de bedrijfsarts deskundig is in beoordeling van wel of niet kunnen werken en welke aanpassingen in werk eventueel nodig zijn. Informeer de patiënt over de mogelijkheid om zelf met behulp van het patiëntdossier informatie met de bedrijfs- of verzekeringsarts uit te wisselen. De bedrijfsarts mag met toestemming van de patiënt gegevens van de behandeling opvragen (bijv. uit het ziekenhuis, van medisch specialist, verpleegkundig specialist of physician assistant).
Om patiënten optimaal te begeleiden hebben bedrijfs- en verzekeringsartsen behoefte aan specifieke informatie, zoals:
- Wat zijn de behandeldoelen met betrekking tot de (fysieke, mentale, emotionele) beperkingen (het functioneren) door de aandoening.
- Wat zijn relevante belemmeringen in het functioneren als gevolg van de aandoening voor werk, zoals een grillig, onvoorspelbaar verloop van klachten, (fysieke en mentale) vermoeidheid, schommelingen in energieniveau, cognitieve problemen zoals aandachts- en concentratieproblemen, fysieke beperkingen, pijn.
Rationale voor de aanbevelingen
In deze module worden de medisch specialistische, klinische zorgverleners handvatten geboden om aandacht te besteden aan ‘arbeid’ in de spreekkamer. Voor hen die nog geen arbeidsgerichte zorg leveren, biedt de module aanknopingspunten om hier middels één of twee gerichte vragen mee te starten. Deze module biedt daarnaast ook handvatten om deze zorg te verbreden en verdiepen in het kader van een systematische, integrale benadering.
Onderbouwing
Achtergrond
De module sluit aan bij de principes van passende zorg, onder andere gericht op beperking (van stijging) van zorgkosten, meer aandacht voor bevordering van gezondheid en het voorkomen van (gevolgen van) ziekte.
In order to facilitate international knowledge exchange, the following part of this guideline module is written in English.
Conclusies
Generic
- | We did not find aggregated evidence about the effects of interventions in a generic clinical patient population (i.e. not disease-specific) for clinicians that aim to help patients with work participation. Sources: (Kluit, 2022; Effectiveness of interventions to enhance work participation for patients in clinical health care: a systematic review of reviews) |
Cancer
Source: (de Boer, accepted for publication; Interventions to enhance return-to-work for cancer patients (Review))
Moderate GRADE | Psycho-educational interventions probably result in little to no difference in return to work at 12 months when compared with usual care in cancer patients. |
Moderate GRADE | Physical interventions likely increase return to work at 12 months when compared with usual care in cancer patients. |
Moderate GRADE | Multidisciplinary interventions likely increase return to work at 12 months when compared with usual care in cancer patients. |
Coronary heart disease
Source: (Hegewald, 2019; Interventions to support return to work for people with coronary heart disease (Review))
Very low GRADE | The evidence is very uncertain about the effect of psychological intervention on return to work in medium term (6 months to 1 year) when compared with usual care in patients with coronary heart disease. |
Low GRADE | Work-directed counseling may result in little to no difference in return to work in medium term (6 months to 1 year) when compared with usual care in patients with coronary heart disease. |
Low GRADE | Physical interventions may result in little to no difference in return to work in medium term (6 months to 1 year) when compared with usual care in patients with coronary heart disease. |
Low GRADE | Combined interventions may result in little to no difference in return to work in medium term (6 months to 1 year) when compared with usual care in patients with coronary heart disease. |
Chronic pain (including musculoskeletal and low back pain)
Source: (Wegrzynek, 2020; Return to work interventions for chronic pain: a systematic review; GRADE assessment by L Kluit)
Very low GRADE | The evidence is very uncertain about the effect of psycho-educational interventions on work participation when compared with usual care or a brief intervention in patients with chronic pain. |
Very low GRADE | The evidence is very uncertain about the effect of vocational interventions on work participation when compared with multidisciplinary interventions (usual care) in patients with chronic pain. |
Very low GRADE | The evidence is very uncertain about the effect of physical training interventions on work participation when compared with usual care in patients with chronic pain. |
Very low GRADE | The evidence is very uncertain about the effect of multidisciplinary interventions on work participation when compared with usual care in patients with chronic pain. |
Inflammatory arthritis
Low GRADE | Job loss prevention interventions may result in little to no difference in job loss at 6 and 9 months compared with usual care in patients with inflammatory arthritis. Sources: (Madsen, 2021; A systematic review of job loss prevention interventions for persons with inflammatory arthritis; GRADE assessment by L Kluit) |
Pregnant women
Very low GRADE | The evidence is very uncertain about the effect of physical training on work participation when compared with usual care in healthy pregnant women. Sources: (Pedersen, 2018; Systematic review of interventions targeting sickness absence among pregnant women in healthcare settings and workplaces; GRADE assessment by L Kluit) |
Spinal cord injury
Low GRADE | Supported employment may increase work participation at one year follow-up when compared to usual care in unemployed people spinal cord injury. Sources: (Roels, 2016; Hospital- and community-based interventions enhancing (re)employment for people spinal cord injury: a systemic review; GRADE assessment by L Kluit) |
Traumatic brain injury
Source: (Kumar, 2017; Cognitive rehabilitation for adults with traumatic brain injury to improve occupational outcomes (Review))
Very low GRADE | The evidence is very uncertain about the effect of cognitive rehabilitation on return to work in short term (14 weeks) when compared with no cognitive rehabilitation in patients with traumatic brain injury. |
Low GRADE | Cognitive rehabilitation may result in little to no difference in return to work in medium term (6 months) when compared with conventional treatment in patients with traumatic brain injury. |
Moderate GRADE | Hospital-based cognitive rehabilitation likely results in little to no difference in return to work in long term (2 years) when compared with a home program in patients with traumatic brain injury. |
Moderate GRADE | Cognitive rehabilitation likely results in little to no difference in return to work in medium term (1 year) when compared with another cognitive strategy in patients with traumatic brain injury. |
Overall conclusions
We did not find aggregated evidence about the effects of interventions in a generic clinical patient population (i.e. not disease-specific, single interventions) for clinicians that aim to help patients with work participation. However, for some disease-specific patient populations there may be positive effects on work participation.
The working group concluded that so far scientific evidence for interventions focusing on work participation in a clinical patient population in general is not conclusive. The overall certainty of evidence is very low. We can neither confirm nor deny that generic interventions in clinical care that focus on work participation have an effect on work participation.
Zoeken en selecteren
The working group used a systematic literature review to answer the following questions:
- What is the effectiveness of interventions that primarily aim to improve work participation (i.e. non-pharmacological or surgical interventions) for patients within clinical health care as compared to care as usual or other interventions that focus on work participation?
- What interventions aimed at improving the knowledge of medical specialists about clinical work-integrating care are there? What are the effects on knowledge and (shared) decision-making?
Search and select (Methods)
All search details and methods of the systematic literature analysis carried out by the research team at AmsterdamUMC (L. Kluit, A. de Wind, A. de Boer, J. Hoving) can be found in the Appendix.
Based on feedback received in 2024, the following studies will be assessed for a future update of the literature. Those studies are awaiting classification:
Cullen KL, Irvin E, Collie A, Clay F, Gensby U, Jennings PA, et al. Effectiveness of Workplace Interventions in Return-to-Work for Musculoskeletal, Pain-Related and Mental Health Conditions: An Update of the Evidence and Messages for Practitioners. J Occup Rehabil. 2018 Mar;28(1):1-15. doi: 10.1007/s10926-016-9690-x. PMID: 28224415; PMCID: PMC5820404.
Verhoef JAC, Bal MI, Roelofs PDDM, Borghouts JAJ, Roebroeck ME, Miedema HS. Effectiveness and characteristics of interventions to improve work participation in adults with chronic physical conditions: a systematic review. Disabil Rehabil. 2022 Apr;44(7):1007-1022. doi: 10.1080/09638288.2020.1788180. Epub 2020 Jul 20. PMID: 32686963.
Results
All results and full details can be found in the Appendix.
Referenties
Butink MHP, Webers C, Verstappen SMM, Falzon L, Betteridge N, Wiek D, Woolf AD, Stamm TA, Burmester GR, Bijlsma JWJ, Christensen R, Boonen A. Non-pharmacological interventions to promote work participation in people with rheumatic and musculoskeletal diseases: a systematic review and meta-analysis from the EULAR taskforce on healthy and sustainable work participation. RMD Open. 2023 Jan;9(1):e002903. doi: 10.1136/rmdopen-2022-002903. PMID: 36596655; PMCID: PMC10098260.
Kluit L, de Wind A, Oosting IJ, van Velzen JM, Beumer A, Sluman MA, van Bennekom CAM, de Boer AGEM. Current practices, needs, and expectations of discussing work with a medical specialist from a patient's perspective: a qualitative study. Disabil Rehabil. 2022 Dec 23:1-14. doi: 10.1080/09638288.2022.2157500. Epub ahead of print. PMID: 36564948.
Olischläger DLT, den Boer LXY, de Heus E, Brom L, Dona DJS, Klümpen HJ, Stapelfeldt CM, Duijts SFA. Rare cancer and return to work: experiences and needs of patients and (health care) professionals. Disabil Rehabil. 2022 Jul 18:1-12. doi: 10.1080/09638288.2022.2099589. Epub ahead of print. PMID: 35850601.
van der Noordt M, IJzelenberg H, Droomers M, Karin I Proper. Health effects of employment: a systematic review of prospective studies. Occup Environ Med 2014;71:730-736.
Saunders S, Nedelec B, MacEachen E. Work remains meaningful despite time out of the workplace and chronic pain. Disabil Rehabil. 2018 Sep;40(18):2144-2151. doi: 10.1080/09638288.2017.1327986. Epub 2017 May 24. PMID: 28539092.
Zegers AD, Coenen P, van Belzen M, Engelen V, Richel C, Dona DJS, van der Beek AJ, Duijts SFA. Cancer survivors' experiences with conversations about work-related issues in the hospital setting. Psychooncology. 2021 Jan;30(1):27-34. doi: 10.1002/pon.5529. Epub 2020 Oct 19. PMID: 33037828; PMCID: PMC7894286.
Zhao JY, Que WQ, Tang J, Li JM, Su XQ, Guo YJ. Colorectal cancer survivors' experiences of return-to-work: A meta-synthesis of qualitative studies. Eur J Oncol Nurs. 2023 Apr;63:102284. doi: 10.1016/j.ejon.2023.102284. Epub 2023 Feb 11. PMID: 36893577.
Waddell, G., & Burton, A. (2006). Is work good for your health and well-being? TSO-Report.
Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (2020).
Verantwoording
Autorisatiedatum en geldigheid
Laatst beoordeeld : 30-05-2024
Laatst geautoriseerd : 30-05-2024
Geplande herbeoordeling : 30-05-2029
Initiatief en autorisatie
Initiatief:
- Nederlandse Orthopaedische Vereniging
Geautoriseerd door:
- Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie
- Nederlandse Orthopaedische Vereniging
- Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose
- Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen
- Nederlandse Vereniging van Revalidatieartsen
- Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie
- Nederlandse Vereniging voor Heelkunde
- Nederlandse Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde en Heelkunde van het Hoofd-Halsgebied
- Nederlandse Vereniging voor Neurologie
- Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie
- Nederlandse Vereniging voor Reumatologie
- Vereniging voor Sportgeneeskunde
- Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland
- Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde
- Ergotherapie Nederland
- Nederlands Instituut van Psychologen
- Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde
- Patiëntenfederatie Nederland
- Beroepsvereniging van professionals in sociaal werk
- Nederlandse Vereniging voor Klinische Arbeidsgeneeskunde
Algemene gegevens
De ontwikkeling van deze richtlijnmodule werd ondersteund door het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten (www.demedischspecialist.nl/kennisinstituut) en werd gefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS) en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid via de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB). Patiëntenparticipatie bij deze richtlijnmodule werd medegefinancierd uit de Stichting Kwaliteitsgelden Patiënten Consumenten (SKPC). De financier heeft geen enkele invloed gehad op de inhoud van de richtlijnmodule.
Adhesie
Bij aanvang van het ontwikkelingstraject hebben de volgende beroepsverenigingen hun steun gegeven voor dit project, maar zijn niet vertegenwoordigd in de werkgroep of klankbordgroep:
- Nederlands Huisartsen Genootschap
- Nederlandse Vereniging voor Anesthesiologie
- Nederlandse Vereniging voor Cardiologie
- Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie
- Nederlandse Vereniging voor Radiotherapie en Oncologie
- Nederlandse Vereniging voor Urologie
Samenstelling werkgroep
Voor het ontwikkelen van de richtlijnmodule is in 2022 een multidisciplinaire werkgroep en klankbordgroep ingesteld, bestaande uit vertegenwoordigers van geïnteresseerde specialismen (zie hiervoor de Samenstelling van de werkgroep en klankbordgroep) die betrokken zijn bij de behandeling en nazorg voor patiënten in de werkzame leeftijd en patiëntenorganisaties.
Werkgroep
- Dr. A. (Annechien) Beumer, orthopedisch en handchirurg, NOV (voorzitter)
- Prof. dr. A.E.R.C.H. (Annelies) Boonen, reumatoloog, NVR
- Drs. T. (Taco) Otto, chirurg, NVvH
- Prof. dr. M.F. (Michiel) Reneman, Hoogleraar revalidatie / Fysiotherapeut, VRA
- Prof. dr. T. (Thomas) Rustemeyer, dermatoloog, NVDV
- Dr. A. (Anhil) Tuladhar, neuroloog, NVvN
- Drs. N.M. (Nicole) Verheijen, longarts, NVALT
- Drs. Th.C. (Don) de Winter, bedrijfsarts/toegevoegd sportarts, VSG
- Drs. D. (Desiree) Dona, klinisch arbeidsgeneeskundige/ bedrijfsarts, NVKA/NVAB
- Dr. I. (Ingrid) Fakkert, verzekeringsarts in opleiding, NVvG
- Drs. C. (Caroline) Horikx, psycholoog NIP, Arbeid en Gezondheid, NIP
- K. (Karin) Kanselaar, verpleegkundig specialist, V&VN
- Drs. A. (Asahi) Oehlers-Wetzel, bedrijfsarts, NVAB, in samenwerking met:
- Drs. H.W.P.C. (Henk) van de Meerendonk, internist en arts in opleiding tot bedrijfsarts, NVAB
- Prof. dr. F. (Frederieke) Schaafsma, bedrijfsarts, NVAB
- Drs. T.F. (Theo) Senden, klinisch arbeidsgeneeskundige/ bedrijfsarts, NVKA/NVAB
- H. (Harma) van der Veen, medisch maatschappelijk werker, BPSW
- Dr. N. (Nina) Wijnands, verzekeringsarts, NVvG
- Drs. Y. (Yvonne) de Leeuw-van Zaanen, bedrijfsfysiotherapeut, KNGF
- Drs. J. (Jeannette) van Zee, senior adviseur patiëntbelang, Patiëntenfederatie Nederland, in samenwerking met:
- S. (Sultan) Ates, sociaal raadsvrouw/jurist, NVN
- A. (Anneke) Berkhout, themacoördinator, Oogvereniging
- Ir. A. (Annemieke) Fransz, patiëntvertegenwoordiger, Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland
- Drs. Y. (Ynske) Jansen, beleidsmedewerker, Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid
- I. (Irma) Visser, patiëntvertegenwoordiger, Vereniging van Mensen met Brandwonden
- A. (Alex) Schoonewille, patiëntvertegenwoordiger, Hoofdpijnnet (tot en met de voorbereidingsfase van dit project)
- Mr. drs. E.M.M. (Noor) van Willegen, belangenbehartiger, NFK
- T. (Thea) Zaal, vrijwilligster, Osteoporose Vereniging
- S. (Sabah) Ziani, patiëntvertegenwoordiger, NVN
Klankbordgroep
- Dr. W. (Wip) Bakx, revalidatiearts, VRA
- prof.dr. C.A.M. (Coen) van Bennekom, revalidatiearts, VRA
- Dr. P. (Petra) Boelens, revalidatiearts, VRA
- Dr. R. (Ruben) Dammers, neurochirurg, NVvN
- Dr. M. (Marjolijn) Duijvestein, MDL-arts, NVMDL
- Dr. N. (Nienke) Schmidt-Grotenhuis, KNO-arts, NVKNO
- B. (Bianca) Hesse, bedrijfsmaatschappelijk werker, BPSW
- Dr. S.E.J. (Suzanne) Kaal, internist, NIV/NVMO
- Dr. F.A.J. (Fred) de Laat, revalidatiearts, VRA
- Drs. C. (Cora) Reijerse, psycholoog, NIP
- Dr. E.H. (Ellen) Roels, revalidatiearts, VRA
- Dr. T.E.H. (Tessa) Römkens, MDL-arts, NVMDL
- Drs. A. (Annemarie) van der Steen, gynaecoloog, NVOG
- Dr. N. (Nynke) Stellingwerf, oogarts, NOG
- N. (Nanette) Nab, ergotherapeut, Ergotherapie Nederland
- Drs. M. (Madeleine) Zwezerijnen, programmacoördinator, NHG
Patiëntvertegenwoordiging:
- Dhr. R. (Reint) Alberts, fysiotherapeut/voorzitter RSI Vereniging
- Dhr. F. (Frank) Alfrink, voorzitter stichting ZZP Nederland
- D. (Daniëlle) van der Horst, beleidsmedewerker, Crohn & colitis NL
- Dr. A.J. (Betsy) van Oortmarssen, adviseur/projectleider, Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid
- P. (Patricia) Pennings, beleidsmedewerker patiëntenparticipatie, Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland
- A. (Annelies) Scheepens, beleidsmedewerker, Diabetesvereniging Nederland
- H. (Hendriët) Wanders, patiëntvertegenwoordiger, Vereniging voor mensen met Brandwonden
- F. (Femke) van Zoggel, patiëntvertegenwoordiger JongPit
Ondersteuning:
- Dr. J.S. (Julitta) Boschman, senior adviseur, Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten
Belangenverklaringen
De Code ter voorkoming van oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling is gevolgd. Alle werkgroepleden hebben schriftelijk verklaard of zij in de laatste drie jaar directe financiële belangen (betrekking bij een commercieel bedrijf, persoonlijke financiële belangen, onderzoeksfinanciering) of indirecte belangen (persoonlijke relaties, reputatiemanagement) hebben gehad. Gedurende de ontwikkeling of herziening van een module worden wijzigingen in belangen aan de voorzitter doorgegeven. De belangenverklaring wordt opnieuw bevestigd tijdens de commentaarfase.
Een overzicht van de belangen van werkgroepleden en het oordeel over het omgaan met eventuele belangen vindt u in onderstaande tabel. De ondertekende belangenverklaringen zijn op te vragen bij het secretariaat van het Kennisinstituut van de Federatie Medisch Specialisten.
Achternaam werkgroeplid | Hoofdfunctie | Nevenwerkzaamheden | Persoonlijke financiële belangen | Persoonlijke relaties | Extern gefinancierd onderzoek | Intellectuele belangen en reputatie | Overige belangen | Getekend op | Actie/restrictie | |
Berkhout | Themacoördinator Werk bij de Oogvereniging | Niet van toepassing | Nee | Nee | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | 19-10-2022 | Geen | |
Beumer | * 80% Orthopedisch en Handchirurg, Vakgroep Orthopedie Amphia Ziekenhuis | * Bestuurslid Handpols Werkgroep Nederlandse Orthopeden Vereniging (NOV) | Geen | Neen | Geen | Neen | Neen | 1-9-2022 | Geen | |
Boonen | Hoogleraar reumatologie in het Maastricht Universitair Medisch Centrum+ (MUMC+) | Eénmalige deelnames aan Advisory Board voor Galapagos, Pfizer en Abbvie. Honoraria betaald aan de afdeling reumatologie | Nee | Nee | Abbvie, ReumaNederland, Hy2Care, Vlaams Instituut voor Biotechnologie. | Geen | Ik doe onderzoek naar arbeid en effectiviteit van diverse interventies op arbeidsparticipatie als uitkomst. Op basis van deze bevindingen ontwikkel en test ik nu arbeidsgerichte zorg in de medisch specialistische praktijk. | 28-3-2023 | Geen: - commercieel gesponsord onderzoek niet relevant voor deze generieke richtlijnmodule. - geen actie vanwege het doen van onderzoek op dit onderwerp. | |
Dona |
| Eigenaar DELEN ABC, dit betreft een onderwijs voor met name casemanagers in opleiding bij CS Opleidingen. | geen | nee | Janssen Cilag (ondersteuning bij ontwikkeling arbeidsgerichte zorg in het kader van strategische alliantie tussen RU-Radboudumc-Janssen Cilag. Ondersteuning is in kind en betreft ontwikkeling zorg en niet het onderzoek daarvan) | Principal Clinician van het Radboudumc (benoeming op basis van bewezen zorgvernieuwing), Daarmee heb ik een belang dat onze koploperspositie op het gebied van arbeidsgerichte zorg gewaarborgd blijft. | geen | 28-3-2023 | Geen. Er zijn voldoende werkgroepleden die deelnemen aan de besluitvorming zonder vergelijkbare belangen. | |
Fakkert | Verzekeringsarts in opleding, UWV | * Bestuurslid A(N)IOS netwerk verzekeringsgeneeskunde, UWV, in werktijd | Dienstverband bij UWV | Niet van toepassing | Niet van toepassing. In 2018 gestopt met onderzoek. Gefinancierd door AstraZeneca | Niet van toepassing | Niet van toepassing | 8-4-2022 | Geen | |
Fransz | Functie: Informatiemanager | Functie: Patiënt Advocate | Geen | Nee | Ik word als consultant/patientvertegenwoordiger betrokken bij onderzoeken. - Lid van de begeleidingscommissie van programma De Werkende Centraal (De chronisch zieke - De Werkende Centraal) van de VU, AMC en UMCG. - Patientvertegen-woordiger bij project PGO on Air van de Patientenfederatie | Nee | Nee | 22-3-2022 | Geen | |
Horikx | * Zelfstandig gevestigd psycholoog Arbeid en Gezondheid te Eindhoven (0,6) | * Psychologische begeleiding, betaald | Geen | Voor zover ik weet, niet | - | Het zou mooi zijn als werk meer aandacht krijgt bij de medische specialisten, maar ik zie geen gewin voor mezelf | - | 28-4-2022 | Geen | |
Jansen | Beleidsmedewerker Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid (onbezoldigd) | Lid programmacommissie biomedisch onderzoeksprogramma ME/CVS ZonMW (vacatiegeld) | Geen | Ik behartig de belangen van mensen met ME/CVS op het gebied van maatschappelijke participatie. Daarbij werk ik met een aantal van hen samen en ken ik velen persoonlijk. Zij kunnen baat hebben bij een richtlijnmodule arbeidsparticipatie voor medisch specialisten met aanbevelingen die ook voor hun situatie tot betere zorg kunnen leiden. | VWS - Onderzoeksprogramma ME/CVS ZonMW. Als lid van de programmacommissie doe ik zelf geen onderzoek, maar beoordeel ik subsidieaanvragen | Mijn unieke expertise bestaat uit ervaringsdeskundigheid vanuit patiëntenperspectief op het gebied van leven met arbeidsongeschiktheid en beoordeling van belastbaarheid, beperkingen en functionele mogelijkheden, in het algemeen en bij ME/CVS in het bijzonder (niet alle 'algemene inzichten' zijn geldig voor op alle patiëntengroepen en individuen). Mogelijkheden tot 'vermarkten' zie ik niet. Ik weet niet of ik als boegbeeld van de patiëntenorganisatie Steungroep ME en Arbeidsongeschiktheid gezien word. Mocht dat zo zijn, dan is dat omdat ik mij daarmee al vele jaren op verschillende manieren inzet voor de belangen van mensen met ME/CVS, primair op het gebied van maatschappelijke participatie (opleiding, werk, inkomen), maar ook op het gebied van onderzoek (onderzoeksagenda en -programma ME/CVS) en zorg (ontwikkeling nieuwe richtlijn ME/CVS). | Nee | 24-3-2022 | Geen | |
Kanselaar | Verpleegkundig specialist, neurovasculaire aandoeningen Radboudumc Verpleegkundig programmaleider neurovasculaire aandoeningen Radboudumc | * V&VN Bestuurslid en lid landelijke netwerkgroep vasculaire neurologie (onbetaald) * Gastdocent bijscholingen verpleegkundigen en master neurorevalidatie (betaald) | nee | nee | ZonMW/JZOJP | nee | nee | 27-03-2023 | Geen | |
van den Meerendonk | Internist, arts in opleiding tot bedrijfsarts bij VDM Medisch Consult | * lid commisie Richtlijn Ontwikkeling en Wetenschap CROW van de NVAB * lid werkgroep Stoffengerelateerde Beroepsziekten NVAB | Geen | Geen | Geen | Geen | Geen | 26-3-2023 | Geen | |
Oehlers-Wetzel | Bedrijfsarts bij Laboritas/Vaardigwerk | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Nee | Niet van toepassing | Geen | Nee | 20-4-2022 | Geen | |
Otto | * Trauma- en algemeen chirurg, Dijklander ziekenhuis, Hoorn. *Part-time arboarts, Dokter Jones arbodienst, Houten tot 1 maart 2023 | * ATLS instructeur, onkostenvergoeding * HMIMS instructeur, onkostenvergoeding | Neen | Neen | Niet van toepassing | Geen | Geen | 26-3-2023 | Geen | |
Reneman | * Hoogleraar revalidatie UMCG | * Advisory member Fit for Work Netherlands Alle nevenfuncties zijn onbetaald | Werkzaam in het veld van Arbeidsrevalidatie (dienstverband UMCG). Energetic Headset. International Patent Application No. PCT/NL2020/050492. Geen financieel belang. | Nee | * ZonMw - Perioperatief multidisciplinair zorgpad voor snellere re-integratie bij werkenden die een knieprothese krijgen - 2e promoter | Arbeidsrevalidatie medisch specialistische revalidatie | - | 23-3-2022 | Geen | |
Rustemeyer | Medisch specialist (dermatoloog) en hoogleraar, Amsterdam UMC | Docent NSPOH | Nee | Nee | * Ypsomed - Huidreacties door insuline devices - Projectleider | Nee | Niet van toepassing | 21-3-2022 | Geen, deze studies hebben geen raakvlak met deze generieke module over Arbeidsparticipatie. | |
Schaafsma | * Bedrijfsarts en Hoofd Polikiniek Mens & Arbeid, Amsterdam UMC | Plaatsvervangend lid SER Commissie Klachtenafhandeling Aanstellingskeuringen; vacatiegelden | Werkzaam en hoofd bij de Polikliniek Mens & Arbeid; deze poli richt zich op de klinische arbeidsgeneeskunde met name ten aanzien van de diagnostiek van complexe beroepsziekten, maar ook in het adviseren aan de bedrijfsarts bij complexe medische aandoeningen. Voor beide onderwerpen wordt nauw samengewerkt met medisch specialisten binnen een Academisch ziekenhuis. Deze poli is voor een deel afhankelijk van werkgevers die willen betalen voor deze diagnostiek en advies. | Nee | * ZonMw - Ontwikkeling MKB re-integratie tool ter ondersteuning van werkgevers in de begeleiding van verzuim - Geen projectleider | Nee | Nee | 22-3-2022 | Geen | |
Senden | Bedrijfsarts/ klinisch arbeidsgeneeskundige Radboud Universiteit/ Radboudumc | Voorzitter Cie. Richtlijn Ontwikkeling en Wetenschap NVAB (onbetaald) | Geen | Niet van toepassing | Ik ben niet betrokken bij extern gefinancierd onderzoek. Wel is er sprake van extern gefinancierde steun voor de (door)ontwikkeling van onze zorginnovatie, maar daarover kon ik niets kwijt. Het betreft financiering door een aantal farmaceutische bedrijven voor bijvoorbeeld de ontwikkeling van scholing voor zorgprofessionals, ontwikkeling van uitkomstparameters en gebruik van netwerkcontacten e.d. | Ik ben mede ontwikkelaar van het ontwikkelde en in een aantal zorgpaden geïmplementeerde en verder uit te rollen zorgmodel waarbij arbeidsparticipatie als behandeldoel geïntegreerd wordt in zorgpaden voor patiënten met chronische aandoeningen. Tot mijn taken behoort het kwartiermakerschap voor klinisch-arbeidsgeneeskundige zorg als zorginnovatie in het Radboudumc en in regionale domeinoverstijgende netwerken. | Niet van toepassing | 22-3-2022 | Geen, genoemde activiteiten zijn niet relevant voor deze generieke richtlijnmodule. | |
Tuladhar | Neuroloo, Radboudumc | Voorzitter ROAZ focusgroep acute neurologie, Acute Zorgregio Oost | Geen | Geen | * Hartstichting - Life after ischemic stroke in young adults - Projectleider | Geen | Geen | 6-9-2022 | Geen | |
Veen, van der | * Tot 1 mei Medisch Maatschappelijk werker Meander Medisch Centrum Amersfoort | Niet van toepassing | Er zijn geen mensen in mijn omgeving die baat kunnen hebben bij uitkomsten van de werkgroep | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Nee | 22-3-2022 | Geen | ||
Verheijen | * Longarts Nederlands Kenniscentrum Arbeid en Longaandoeningen (NKAL) (0.6 fte) | Geen | Het NKAL richt zich vooral op longaandoeningen die onstaan zijn door omstandigheden in de werksituatie (niet op reintegratie en arbeidsparticipatie). Ik verwacht daarom geen voordeel | Nee | - | Het NKAL richt zich vooral op longaandoeningen die onstaan zijn door omstandigheden in de werksituatie (niet op reintegratie en arbeidsparticipatie). Ik verwacht daarom geen voordeel | Nee | 22-3-2022 | Geen | |
Visser | Werkgroeplid. | Werkzaam bij: Actief vrijwilliger bij de Vereniging van Mensen met Brandwonden - onbetaald Belangenbehartiger Vereniging van Mensen met Brandwonden bij: | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Ik heb geen boegbeeldfunctie bij de Vereniging van Mensen met Brandwonden. Ik ben belangenbehartiger en ervaringsdeskundige. Dus niet van toepassing | Nee | 22-3-2022 | Geen | |
Willegen, van | Belangenbehartiger 'Goed leven met kanker' - Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties (NFK) | Geen | Geen | Nee | Niet van toepassing | Niet van toepassing Rol wordt ingenomen vanuit de functie van belangenbehartiger bij de Nederlandse Federatie van Kankerpatiëntenorganisaties. Inhoudelijke motivatie deelname project t.b.v. de doelgroep/achterban; geen andere overwegingen | Nee | 18-8-2022 | Geen | |
Wijnands | Verzekeringsarts in taakdelegatie UWV SMZ | * Bestuurslid Academisch Kenniscentrum Zuid-Oost Nederland (AKAG-ZON) - onbetaald | Dienstverband bij UWV | Nee | * UWV - Positieve gezondheid, arbeidsparticipatie bij chronische MDL-patiënten - Co-promotor | Nee | Nee | 4-4-2022 | Geen | |
Winter, de | Bedrijfsarts/ Toegevoegd Sportarts, full time functie Human Capital Care arbo dienst Den Haag | Consultant Koninklijke Nederlandse Tennis Bond (KNLTB) ad hoc, betaald | Geen | Geen | Niet van toepassing | Geen | Geen | 23-3-2022 | Geen | |
Leeuw, de - Zaanen, van | * Voorzitter Ned. Ver. voor Bedrijfs- en arbeidsfysiotherapeuten (NVBF, aangesloten bij KNGF), deeltijd en onkostenvergoeding. | Zie blokje Hoofdfunctie | Als voorzitter van de NVBF ben ik vertegenwoordiger van de bedrijfs- en arbeidsfysiotherapeuten en zal verwijzing naar deze beroepsgroep inkomen voor de beroepsgroep genereren. Daar tegenover staat dat deze beroepsgroep een waardevolle bijdrage kan leveren voor de individuele patiënt middels het op elkaar afstemmen van individuele dan wel lokale belastbaarheid en arbeidsbelasting bij klachten aan het bewegingsapparaat. | idem; belang als vertegenwoordiger NVBF. | - | idem; belang als vertegenwoordiger NVBF. | - | 1-9-2022 | Geen | |
Zee, van | Senior Adviseur Patiëntbelang | Niet van toepassing | Geen | Geen | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | 13-10-2022 | Geen |
Gemelde belangen van de auteurs van de literatuuronderbouwing:
Achternaam werkgroeplid | Hoofdfunctie | Nevenwerkzaamheden | Persoonlijke financiële belangen | Persoonlijke relaties | Extern gefinancierd onderzoek | Intellectuele belangen en reputatie | Overige belangen | Getekend op | Actie/restrictie | |
Wind, de | Universitair docent arbeid en gezondheid bij Amsterdam UMC, afdeling Public & Occupational Health | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | 24-5-2022 | Geen | ||
Kluit | PhD Arbeidsgerichte Medische Zorg bij Amsterdam UMC, department of Public & Occupational Health | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | Niet van toepassing | 24-5-2022 | Geen | ||
Boer, de | Hoogleraar, Amsterdam UMC | - | Geen | Nee | * KWF - IPS cancer survivors - Projectleider | Geen | Nee | 31-5-2022 | Geen | |
3-2-2023 |
Inbreng patiëntenperspectief
Er werd aandacht besteed aan het patiëntenperspectief door deelname van patiëntvertegenwoordigers aan een Invitational conference, een enquête onder patiënten en afgevaardigden van patiëntenvereniging in de werkgroep.
Resultaten zijn besproken in de werkgroep. De verkregen input is meegenomen bij het opstellen van de uitgangsvragen, de keuze voor de uitkomstmaten en bij het opstellen van de overwegingen. De conceptrichtlijnmodule is tevens voor commentaar voorgelegd aan patiëntenorganisaties en de eventueel aangeleverde commentaren zijn bekeken en verwerkt.
Wkkgz & Kwalitatieve raming van mogelijke substantiële financiële gevolgen
Bij de richtlijnmodule is conform de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) een kwalitatieve raming uitgevoerd of de aanbevelingen mogelijk leiden tot substantiële financiële gevolgen. De werkgroep realiseert zich dat de beschreven zorg (substantiële) financiële gevolgen met zich mee kan brengen en dat het buiten de scope van de richtlijn valt om hier een uitspraak over te doen. De werkgroep verwijst naar een reeds gestart initiatief (vanuit het Ministerie van Sport, Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in samenwerking met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport) dat onder andere deze financiële gevolgen in kaart moet brengen en de inrichting van arbeidsgerichte zorg in de huidige klinische (oncologische) zorg (naar aanleiding van de Motie van het lid Van Weyenberg 2020).
Werkwijze
AGREE
Deze richtlijnmodule is opgesteld conform de eisen vermeld in het rapport Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 van de adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwaliteit. Dit rapport is gebaseerd op het AGREE II instrument (Appraisal of Guidelines for Research & Evaluation II; Brouwers, 2010).
Knelpuntenanalyse en uitgangsvragen
Tijdens de voorbereidende fase inventariseerde de werkgroep de knelpunten in de zorg voor patiënten die (willen) deelnemen aan arbeidsproces. Tevens zijn er knelpunten aangedragen door patiëntenorganisaties via een enquête en Invitational conference. Een verslag hiervan is opgenomen als bijlage.
Op basis van de uitkomsten van de knelpuntenanalyse zijn door de werkgroep concept-uitgangsvragen opgesteld en definitief vastgesteld.
Uitkomstmaten
Na het opstellen van de zoekvraag behorende bij de uitgangsvraag inventariseerde de werkgroep welke uitkomstmaten voor de patiënt relevant zijn, waarbij zowel naar gewenste als ongewenste effecten werd gekeken. Hierbij werd een maximum van acht uitkomstmaten gehanteerd. De werkgroep waardeerde deze uitkomstmaten volgens hun relatieve belang bij de besluitvorming rondom aanbevelingen, als cruciaal (kritiek voor de besluitvorming), belangrijk (maar niet cruciaal) en onbelangrijk. Tevens definieerde de werkgroep tenminste voor de cruciale uitkomstmaten welke verschillen zij klinisch (patiënt) relevant vonden.
Methode literatuursamenvatting
Een uitgebreide beschrijving van de strategie voor zoeken en selecteren van literatuur is te vinden in de bijlage “Literatuuronderbouwing”.
Beoordelen van de kracht van het wetenschappelijke bewijs
De kracht van het wetenschappelijke bewijs werd bepaald volgens de GRADE-methode. GRADE staat voor ‘Grading Recommendations Assessment, Development and Evaluation’ (zie http://www.gradeworkinggroup.org/).http://www.gradeworkinggroup.org/). De basisprincipes van de GRADE-methodiek zijn: het benoemen en prioriteren van de klinisch (patiënt) relevante uitkomstmaten, een systematische review per uitkomstmaat, en een beoordeling van de bewijskracht per uitkomstmaat op basis van de acht GRADE-domeinen (domeinen voor downgraden: risk of bias, inconsistentie, indirectheid, imprecisie, en publicatiebias; domeinen voor upgraden: dosis-effect relatie, groot effect, en residuele plausibele confounding).
GRADE onderscheidt vier gradaties voor de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs: hoog, redelijk, laag en zeer laag. Deze gradaties verwijzen naar de mate van zekerheid die er bestaat over de literatuurconclusie, in het bijzonder de mate van zekerheid dat de literatuurconclusie de aanbeveling adequaat ondersteunt (Schünemann, 2013; Hultcrantz, 2017).
Definitie | |
Hoog |
|
Redelijk |
|
Laag |
|
Zeer laag |
|
Bij het beoordelen (graderen) van de kracht van het wetenschappelijk bewijs in richtlijnen volgens de GRADE-methodiek spelen grenzen voor klinische besluitvorming een belangrijke rol (Hultcrantz, 2017). Dit zijn de grenzen die bij overschrijding aanleiding zouden geven tot een aanpassing van de aanbeveling. Om de grenzen voor klinische besluitvorming te bepalen moeten alle relevante uitkomstmaten en overwegingen worden meegewogen. De grenzen voor klinische besluitvorming zijn daarmee niet één op één vergelijkbaar met het minimaal klinisch relevant verschil (Minimal Clinically Important Difference, MCID). Met name in situaties waarin een interventie geen belangrijke nadelen heeft en de kosten relatief laag zijn, kan de grens voor klinische besluitvorming met betrekking tot de effectiviteit van de interventie bij een lagere waarde (dichter bij het nuleffect) liggen dan de MCID (Hultcrantz, 2017).
Overwegingen (van bewijs naar aanbeveling)
Om te komen tot een aanbeveling zijn naast (de kwaliteit van) het wetenschappelijke bewijs ook andere aspecten belangrijk en worden meegewogen, zoals waarden en voorkeuren van patiënten, kosten (middelenbeslag), aanvaardbaarheid, haalbaarheid en implementatie. Deze aspecten zijn systematisch vermeld en beoordeeld (gewogen) onder het kopje ‘Overwegingen’ en kunnen (mede) gebaseerd zijn op expert opinion. Hierbij is gebruik gemaakt van een gestructureerd format gebaseerd op het evidence-to-decision framework van de internationale GRADE Working Group (Alonso-Coello, 2016a; Alonso-Coello 2016b). Dit evidence-to-decision framework is een integraal onderdeel van de GRADE-methodiek.
Formuleren van aanbevelingen
In de GRADE-methodiek wordt onderscheid gemaakt tussen sterke en zwakke (of conditionele) aanbevelingen. De sterkte van een aanbeveling verwijst naar de mate van zekerheid dat de voordelen van de interventie opwegen tegen de nadelen (of vice versa), gezien over het hele spectrum van patiënten waarvoor de aanbeveling is bedoeld. De sterkte van een aanbeveling heeft duidelijke implicaties voor patiënten, behandelaars en beleidsmakers (zie onderstaande tabel). Een aanbeveling is geen dictaat, zelfs een sterke aanbeveling gebaseerd op bewijs van hoge kwaliteit (GRADE gradering HOOG) zal niet altijd van toepassing zijn, onder alle mogelijke omstandigheden en voor elke individuele patiënt.
Implicaties van sterke en zwakke aanbevelingen voor verschillende richtlijngebruikers | ||
Sterke aanbeveling | Zwakke (conditionele) aanbeveling | |
Voor patiënten | De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen en slechts een klein aantal niet. | Een aanzienlijk deel van de patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak kiezen, maar veel patiënten ook niet. |
Voor behandelaars | De meeste patiënten zouden de aanbevolen interventie of aanpak moeten ontvangen. | Er zijn meerdere geschikte interventies of aanpakken. De patiënt moet worden ondersteund bij de keuze voor de interventie of aanpak die het beste aansluit bij zijn of haar waarden en voorkeuren. |
Voor beleidsmakers | De aanbevolen interventie of aanpak kan worden gezien als standaardbeleid. | Beleidsbepaling vereist uitvoerige discussie met betrokkenheid van veel stakeholders. Er is een grotere kans op lokale beleidsverschillen. |
Organisatie van zorg
In de knelpuntenanalyse en bij de ontwikkeling van de richtlijnmodule is expliciet aandacht geweest voor de organisatie van zorg: alle aspecten die randvoorwaardelijk zijn voor het verlenen van zorg (zoals coördinatie, communicatie, (financiële) middelen, mankracht en infrastructuur). Randvoorwaarden die relevant zijn voor het beantwoorden van deze specifieke uitgangsvraag zijn genoemd bij de overwegingen. Meer algemene, overkoepelende, of bijkomende aspecten van de organisatie van zorg worden behandeld in de module Organisatie van zorg. De bestaande financiële en organisatorische kaders belemmeren arbeidsgerichte zorg en daarom zijn er ook lacunes en toekomstwensen op dat gebied geformuleerd.
Commentaar- en autorisatiefase
De conceptrichtlijnmodule is aan de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen, (patiënt) organisaties en relevante stakeholders voorgelegd ter commentaar. De commentaren werden verzameld en besproken met de werkgroep. Naar aanleiding van de commentaren werd de conceptrichtlijnmodule aangepast en definitief vastgesteld door de werkgroep. De definitieve richtlijnmodule werd aan de deelnemende (wetenschappelijke) verenigingen en (patiënt) organisaties voorgelegd voor autorisatie en door hen geautoriseerd dan wel geaccordeerd.
Literatuur
Agoritsas T, Merglen A, Heen AF, Kristiansen A, Neumann I, Brito JP, Brignardello-Petersen R, Alexander PE, Rind DM, Vandvik PO, Guyatt GH. UpToDate adherence to GRADE criteria for strong recommendations: an analytical survey. BMJ Open. 2017 Nov 16;7(11):e018593. doi: 10.1136/bmjopen-2017-018593. PubMed PMID: 29150475; PubMed Central PMCID: PMC5701989.
Alonso-Coello P, Schünemann HJ, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Rada G, Rosenbaum S, Morelli A, Guyatt GH, Oxman AD; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 1: Introduction. BMJ. 2016 Jun 28;353:i2016. doi: 10.1136/bmj.i2016. PubMed PMID: 27353417.
Alonso-Coello P, Oxman AD, Moberg J, Brignardello-Petersen R, Akl EA, Davoli M, Treweek S, Mustafa RA, Vandvik PO, Meerpohl J, Guyatt GH, Schünemann HJ; GRADE Working Group. GRADE Evidence to Decision (EtD) frameworks: a systematic and transparent approach to making well informed healthcare choices. 2: Clinical practice guidelines. BMJ. 2016 Jun 30;353:i2089. doi: 10.1136/bmj.i2089. PubMed PMID: 27365494.
Brouwers MC, Kho ME, Browman GP, Burgers JS, Cluzeau F, Feder G, Fervers B, Graham ID, Grimshaw J, Hanna SE, Littlejohns P, Makarski J, Zitzelsberger L; AGREE Next Steps Consortium. AGREE II: advancing guideline development, reporting and evaluation in health care. CMAJ. 2010 Dec 14;182(18):E839-42. doi: 10.1503/cmaj.090449. Epub 2010 Jul 5. Review. PubMed PMID: 20603348; PubMed Central PMCID: PMC3001530.
Hultcrantz M, Rind D, Akl EA, Treweek S, Mustafa RA, Iorio A, Alper BS, Meerpohl JJ, Murad MH, Ansari MT, Katikireddi SV, Östlund P, Tranæus S, Christensen R, Gartlehner G, Brozek J, Izcovich A, Schünemann H, Guyatt G. The GRADE Working Group clarifies the construct of certainty of evidence. J Clin Epidemiol. 2017 Jul;87:4-13. doi: 10.1016/j.jclinepi.2017.05.006. Epub 2017 May 18. PubMed PMID: 28529184; PubMed Central PMCID: PMC6542664.
Medisch Specialistische Richtlijnen 2.0 (2012). Adviescommissie Richtlijnen van de Raad Kwalitieit. http://richtlijnendatabase.nl/over_deze_site/over_richtlijnontwikkeling.html.
Neumann I, Santesso N, Akl EA, Rind DM, Vandvik PO, Alonso-Coello P, Agoritsas T, Mustafa RA, Alexander PE, Schünemann H, Guyatt GH. A guide for health professionals to interpret and use recommendations in guidelines developed with the GRADE approach. J Clin Epidemiol. 2016 Apr;72:45-55. doi: 10.1016/j.jclinepi.2015.11.017. Epub 2016 Jan 6. Review. PubMed PMID: 26772609.
Schünemann H, Brożek J, Guyatt G, et al. GRADE handbook for grading quality of evidence and strength of recommendations. Updated October 2013. The GRADE Working Group, 2013. Available from http://gdt.guidelinedevelopment.org/central_prod/_design/client/handbook/handbook.html.
Tweede Kamer. 2020. Motie van het lid Van Weyenberg c.s. over integreren van klinische arbeidsgeneeskundige zorg in de reguliere oncologische zorg. https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/detail?id=2020Z22135&did=2020D47093
Bijlagen
- Relevant voor patiënten
- Achtergrond en definities
- Algemene informatie arbeidsongeschiktheidswetgeving en -uitkeringen
- Arbocuratieve samenwerking: wie doet wat, voorwaarden voor samenwerking
- Biopsychosociaal model, ICF en positieve gezondheid.
- CASUS Hoe werkt de Wet verbetering poortwachter
- Effectiveness of interventions
- Medical guidelines that mention work participation Up-to-date till 2021
- Toekomstvisie op arbeidsgerichte zorg
- What interventions aimed at improving the knowledge of medical